Buderus T1 RF Handbuch Seite 9

Afmetingen (B × H × D)
Stroomvoorziening
Toegestane
omgevingstemperatuur
Veiligheidsklasse
Beschermingsklasse
Tabel 4 Repeater RFX100, technische gegevens (toebeho-
ren)
2.5 Aanvullend toebehoren
Exacte informatie over geschikt toebehoren is opgenomen in de
catalogus of de internetpagina van de fabrikant.
Module en bedieningseenheden voor regeling via radiografi-
sche signaal:
Repeater RFX100
•
Met de volgende producten is de combinatie niet mogelijk:
• RC20, RC20 RF, RC25, RC35, RC300
3 Installatie
GEVAAR:
Levensgevaar door elektrocutie!
▶ Voor de installatie van dit product:
warmteproducent en alle andere BUS-deelnemers over alle
polen losmaken van de netspanning.
3.1 Installeren en inbedrijfstelling radiogestuur-
de module
Installatie aan de wand
De radiogestuurde module wordt via de BUS gevoed. De polari-
teit van de aders is willekeurig.
▶ Mantel van de sokkel afnemen, zoals in afb. 6 aan het einde
van het document weergegeven.
▶ Sokkel aan de wand bevestigen, zoals in afb. 7 aan het ein-
de van het document weergegeven.
Inbedrijfstelling van de installatie is niet mogelijk, wanneer de
maximale totale lengte van de BUS-verbindingen tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of als er in het BUS-sy-
steem sprake is van een ringsysteem.
SET T1 RF – 6720884427 (2018/03)
48,3 x 68,1 x 32 mm
(zonder stekker)
230 V/50 Hz
0 °C ... 50 °C
II
≥ IP30
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
2
• 300 m met 1,50 mm
▶ Houd een minimale afstand van 100 mm tussen de afzon-
derlijke BUS-deelnemers aan, wanneer meerdere BUS-
deelnemers worden geïnstalleerd.
▶ Sluit de BUS-deelnemers parallel aan, wanneer meerdere
BUS-deelnemers worden geïnstalleerd.
▶ Installeer alle laagspanningskabels van netspanning gelei-
dende kabels afzonderlijk (minimale afstand 100 mm) om
inductieve beïnvloeding te vermijden.
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van het foto-
voltaïsch systeem) kabel afgeschermd uitvoeren (bijvoor-
beeld LiYCY) en afscherming eenzijdig aarden. Sluit de
afscherming niet aan op de aansluitklem voor de randaarde
in de module, maar op de huisaarde, bijvoorbeeld vrije af-
leiderklem of waterleiding.
▶ Maak de BUS-verbinding met de warmteproducent.
 afb. 8 aan het einde van het document met de volgende
klemidentificatie:
1) Klemidentificatie:bij warmtebronnen met BUS-systeem
EMS plus: BUS
Bij warmtebronnen met EMS: BB
Inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling:
▶ Sluit alle elektrische aansluitingen correct aan.
▶ Neem de installatiehandleidingen van alle componenten en
bouwgroepen van de installatie in acht.
▶ Schakel de voedingsspanning alleen in, wanneer alle modu-
les zijn gecodeerd.
▶ Stel de warmteproducent in op de maximaal benodigde
aanvoertemperatuur en activeer het automatisch bedrijf
voor de warmwatervoorziening.
▶ Inschakelen installatie.
De radiogestuurde module is in bedrijf.
De LED geeft de verbindingsstatus aan ( hoofdstuk 4).
Installatie
geleiderdiameter
geleiderdiameter.
3
9