Maaikwaliteit; Problemen Met De Maaikwaliteit; Grote Golven - Jacobsen HR 9016 Turbo Sicherheits- Und Bedienungshandbuch

6

MAAIKWALITEIT

6 MAAIKWALITEIT
6.1

PROBLEMEN MET DE MAAIKWALITEIT _______________________________________

Het wordt aangeraden dat er een teststrook wordt
gemaaid om de prestatie van de maaier te bepalen
alvorens aan reparaties te beginnen.
Er dient een gebied beschikbaar te zijn waar de
teststrook kan worden gemaaid. Dit gebied moet
bekende en consistente
hebben om een nauwkeurige bepaling van de prestatie
van de maaier te kunnen uitvoeren.
Er moet opnieuw een teststrook worden gemaaid na de
voltooiing van de reparaties en/of afstellingen om de
prestatie van de maaier te controleren.
6.2

GROTE GOLVEN __________________________________________________________

Opmerking: De pijl geeft de rijrichting aan.
Mogelijke oorzaak
De maaisnelheid (op de grond) is te snel.
Maai in dezelfde richting.
De maaieenheden hebben te weinig of te veel gewicht.
Onvoldoende motortoerental, niet ingesteld volgens specificatie.
Prestatie van hydraulisch systeem en/of rotatieaandrijving is
verminderd.
25
graszodenomstandigheden
TN0159
Alvorens een teststrook te maaien om het maaiuitzicht en
de prestatie van de maaier te bepalen, moeten de
volgende onderdelen worden gecontroleerd om een
nauwkeurige test te garanderen.
1. Maaisnelheid (op de grond)
2. Scherpte van het lemmet
3. Maaihoogte
4. Staat van rol- en rollager
5. Snelheid van het snijblad
een Grote golven'
ongelijkmatige maaihoogtes, wat resulteert in een
golfachtig maaiuiterlijk. In de meeste gevallen is de
afstand van de toppunten van golf tot golf ongeveer
6—8 in. (15—20 cm). Er kan ook een kleurvariatie (licht
naar donker) worden opgemerkt.
Deze toestand wordt normaliter veroorzaakt door een
schommelende beweging van de maai-eenhe(i)d(en).
Deze toestand komt meestal voor bij maaimachines met
verschillende maaieenheden.
Grote golven kunnen ook worden veroorzaakt door
variaties in de graszoden zelf.
Oplossing
Matig de maaisnelheid (op de grond).
Verander de maairichting regelmatig.
Gebruik de schakelaar voor gewichtsoverbrenging om gewicht van
en naar de maaieenheden te brengen. (Zie de Onderdelen- en
onderhoudshandleiding)
Toerental motor controleren/aanpassen (Zie de Onderdelen- en
onderhoudshandleiding)
Controleer de prestatie van het hydraulisch systeem
(pompopbrengst, motorwerking, klepwerking, instelling ontlastklep,
enz).
zijn cyclisch patroon van