Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

EBARA 4OY SERIE Bedienungsanleitung Seite 24

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14
8. ALGEMENE MAATREGELEN VOOR DE INSTALLATIE
LET OP!
De installatie mag uitsluitend worden verricht door
een gekwalificeerd monteur / installateur.
Draai de rotor met de hand om na te gaan of er geen
vreemde geluiden zijn.
Alle volgende werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd zonder elektrische voeding.
8.1 KOPPELING MOTOR EN POMP
Deze instructies hebben alleen betrekking op de motor, maar toch dient
u te controleren dat de motor en de pomp correct aan elkaar gekoppeld
zijn, in het bijzonder dat het vermogen van de pomp lager is dan of gelijk
aan het vermogen van de motor.
Bij de koppeling dient u ook absoluut de montage-instructies van de
fabrikant van de pomp te respecteren.
a) Plaats de motor en de pomp steeds horizontaal op een effen
oppervlak.
b) Draai de as met de hand om te controleren dat deze vrij ronddraait.
c) Breng siliconevet met PTFE (leverbaar op aanvraag) aan op de
vertanding van de as.
NL
d) Verwijder de moeren op de montagebouten van de motor.
e) Koppel de motor aan de pomp en let daarbij in het bijzonder op de
positionering van de gegroefde as op de interne vertanding van de
pomp en op de positionering van de kabel.
f) Plaats de veerringen op de verticale bouten en haal de moeren
kruiselings aan met een koppel van max. 12 Nm.
g) Controleer dat de beschermkap van de as correct geplaatst is.
LET OP!
Controleer de vrije radiale en axiale beweging
van de motoras. Tussen de motor en de pomp
mogen er geen starre verbindingen ontstaan
die tijdens de werking schade zouden kunnen
veroorzaken.
8.2 INSTALLATIE
LET OP!
Installeer de motor op een hoogte van meer dan 1 m
van de grond om ophoping van zand te vermijden;
dit zou immers tot een slechte werking van de
scheidingswand kunnen leiden.
LET OP!
Hef de motor niet op aan de voedingskabel.
Installeer de motor alleen ondergedompeld in water.
Bevestig de voedingskabel aan de persleiding van de elektrische pomp
om te vermijden dat de kabel tijdens de bewegingen beschadigd zou
raken.
Hef de motor niet op aan de voedingskabel, maar gebruik de daartoe
voorziene hijshaken in de uitlaat van de pomp.
9. VERLENGING MOTORKABEL
DE KABELAANSLUITING MAG UITSLUITEND WORDEN VERRICHT
DOOR EEN GEKWALIFICEERD MONTEUR.
LET OP!
De keuze en de dimensionering van de verlengkabel
behoren tot de verantwoordelijkheid van de
installateur.
24
De meegeleverde kabel kan door de opdrachtgever
worden verlengd, mits strikte inachtneming van de
instructies die samen met de aansluitingskit
worden geleverd.
Verzeker u ervan dat de gebruikte kabel aan de
!
in uw land geldende normen voldoet, de vereiste
doorsnede heeft in functie van de lengte, het
geïnstalleerd vermogen en de netspanning,
en geschikt is voor de stroomvoorziening van
dompelmotoren (Afb. 7).
10. INBEDRIJFSTELLING
10.1. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Zet de machine niet in werking voordat deze op zijn
LET OP!
definitieve positie opgesteld en geïnstalleerd is.
Verzeker dat de klemmenkast van de motor perfect
gesloten is.
Controleer de isolatieweerstand van de motor vóór
de inbedrijfstelling. Als de waarde lager is dan 20
MΩ, moet de wikkeling worden gedroogd.
We raden aan dat de voedingsspanning niet meer dan ca. 10 % verschilt
van de nominale spanning vermeld op het typeplaatje voor de 4OY-
motoren en tussen 6 en 10 % van de nominale spanning vermeld op het
typeplaatje voor de 4WY-motoren. Afwijking van de nominale frequentie
is toegestaan als dit conform de bepalingen van de technische normen
EN 60034 is.
De voedingskabel mag niet onderhevig zijn aan
mechanische trekkrachten.
Verzeker u ervan dat de beschermingsgeleider
geaard is.
Voorzie een goed contact voor de verbinding van
de aardgeleider.
10.2 MOTORBEVEILIGING EN AANSLUITSCHEMA'S
LET OP!
Voorzie een aangepaste motorbeveiliging.
De motoren moeten correct beschermd zijn tegen overspanning en
kortsluiting met behulp van aangepaste schakelborden, dus behalve
verschillende bepalingen van lokaal geldende normen moet op de
stroomvoorziening ook het volgende voorzien worden:
a) een algemene schakelaar
b) veiligheidszekeringen
c) een overbelastingsschakelaar (magnetothermisch)
d) zeer gevoelige aardlekschakelaar (30 mA)
- Monofasemodel
Sluit de motor aan op de stroomvoorziening via het daartoe voorziene
schakelbord met de nodige overbelastingsbeveiligingen en condensator
(zie het schakelschema Afb. 5). Voor de capaciteit van de condensator
verwijzen we naar het typeplaatje van de motor.
- Driefasemodel
Sluit de motor aan op de stroomvoorziening via het daartoe voorziene
schakelbord met de nodige overbelastingsbeveiligingen (zie het
schakelschema Afb. 6).

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

4wy serie

Inhaltsverzeichnis