Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Telwin DRIVE 9000 Bedienungsanleitung Seite 24

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 13
- Het onderhoud van de starter zorgvuldig uitvoeren. De kabels
regelmatig controleren en bij schade de reparatie laten uitvoeren
door een erkende en deskundige technicus.
- Controleren of er geen beschadigde onderdelen zijn. Voordat
u deze starter gaat gebruiken alle onderdelen die beschadigd
lijken te zijn goed controleren om vast te stellen of ze goed
kunnen functioneren. Controleren of de kabels goed aan de
starter zijn bevestigd. We raden aan om beschadigde delen te
laten repareren of vervangen door een erkende en deskundige
technicus.
1.1
BIJZONDERE
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
VAN DE LITHIUMACCU'S IN DE STARTER
Als de volgende regels niet in acht worden genomen, kan de accu
in de starter kapot gaan, oververhit raken, uitzetten, in brand raken
of exploderen:
- De behuizing van de starter om geen enkele reden openen.
- De starter niet opladen in de zon, in de buurt van vlammen of in
dergelijke omstandigheden.
- De starter niet in de buurt van kachels, vlammen of op andere
warme plaatsen gebruiken of laten staan.
- De starter alleen laden met de oplader die bij de apparatuur
wordt geleverd.
- De starter niet in het vuur gooien of verhitten.
- De polariteit van de positieve "+" en negatieve "-" klem niet
omkeren.
- De klemmen van de starter niet kortsluiten.
- De behuizing van de starter niet doorboren met scherpe
voorwerpen, er niet op slaan met een hamer, er niet op gaan
staan.
- De starter niet in ovens, magnetrons, enz. zetten.
- Niet met de starter gooien of hard stoten.
- De behuizing van de starter niet kapot maken of wijzigen.
- Als er tijdens het gebruik, opladen of de opslag vreemde geuren
uit de starter komen, als de starter heet wordt of vervormt, mag
de apparatuur niet meer worden gebruikt.
- Als de starter zuur lekt of vreemde geuren afgeeft, moet de
apparatuur onmiddellijk uit de buurt van warmtebronnen of open
vuur worden verwijderd.
- Als er zuur uit de starteraccu in contact komt met de huid of de
kleding, meteen overvloedig afspoelen met water.
- Als er zuur uit de starteraccu in contact komt met de ogen,
meteen overvloedig afspoelen met water en een arts raadplegen.
Deze handleiding bewaren.
De
handleiding
is
nodig
voorzorgsmaatregelen te raadplegen, voor de bedrijfs- en
onderhoudsprocedures, voor de onderdelenlijst en de technische
specificaties.
De handleiding op een veilige en droge plaats bewaren, zodat
deze indien nodig altijd kan worden geraadpleegd.
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
Voorzien gebruik
Draagbare multifunctionele starter met accu. Ideaal voor wie een
starthulp nodig heeft. Geschikt voor motoren, auto's, boten en
meer.
Volledig compatibel met alle 12 volts startsystemen.
De starter maakt gebruik van LITHIUMACCU'S, zodat het
instrument bijzonder goed verplaatsbaar en compact is.
De multifunctionele starter heeft bovendien een sterke ledlamp
en vier uitgangspoorten voor het voeden en/of opladen van
elektronische apparaten van 5V/12V/19V.
Beschrijving (afbeelding A):
A-1. Verpakking met openklappend deksel.
A-2. Multifunctionele starter.
A-3. Startklemmen.
A-4. Uitgangskabel 12V/10A en 19V/3.5A.
A-5. Laadkabel met 12 V sigarettenaanstekerjack.
A-6. Adapterkabel tussen USB-poort van de apparatuur en
de verschillende voedings- en/of oplaadingangen van de
belangrijkste elektronische apparaten op de markt.
A-7. Uitgangsadapters voor de kabel ref. A-4.
A-8. Voedingsinrichting voor opladen.
A-9. Oplaadingang van de starter.
WAARSCHUWINGEN
om
de
waarschuwingen
A-10. Uitgang 12V/10A.
A-11. Uitgangs-USB-poorten 5V/1A en 5V/2.1A.
A-12. Uitgang 19V/3.5A.
A-13. LED-lampen.
A-14. Uitgangsaansluitingen voor de startklemmen (ref. A-3).
A-15. ON/OFF-knop voor het laadniveau, de uitgangspoorten (ref.
A-11 en 12) en de ledlampen.
A-16. Waarschuwingsled voor de laadstatus van de interne accu.
3. INSTALLATIE
PLAATS VAN DE STARTER
EN
De starter tijdens de werking stabiel op een horizontaal, vlak
oppervlak plaatsen.
4. WERKING
4.1 Gebruik van de starter:
LET OP: de instructies precies in de
hieronder aangegeven volgorde uitvoeren!
Zorg ervoor dat de zwarte en de rode klem nooit met elkaar
in contact kunnen komen of een gemeenschappelijke geleider
kunnen raken!
- Controleer of het te starten voertuig of vaartuig is uitgeschakeld
(startschakelaar of -sleutel in positie OFF).
- Eerst de rode klem POS. (+) aansluiten op de klem POS. (+)
van de accu, daarna de zwarte klem NEG. (-) aansluiten op het
chassis van het voertuig of op de klem NEG. (-) van de accu.
LET OP: als de volgende regels niet in acht worden
genomen, kan dit de levensduur van de apparatuur
schaden:
- De schakelaar van het voertuig niet langer dan 3 seconden
in de startpositie zetten.
- Als de auto of de boot niet start, ten minste 15 seconden
wachten voordat u het een tweede maal probeert.
- Als de motor na de tweede poging nog niet start, ten minste
2 minuten wachten voordat u het opnieuw probeert.
Volg na het starten en wanneer de motor in werking is strikt de
volgorde van de instructies op:
- De zwarte klem (negatief) losmaken van het voertuig.
- De rode klem (positief) losmaken van het voertuig.
- De connector met de startkabels uit de starter verwijderen
- De kabels en de starter terugplaatsen in de verpakking.
Het wordt aangeraden om de starter zo snel mogelijk op te laden.
en
4.2 De starter gebruiken als voedings- en/of laadinrichting:
- De uitgangskabel (afb. A-4 of afb. A-6) kiezen met het uiteinde
dat geschikt is voor het te voeden apparaat (afb. A-7) en de
vereiste spanning/stroom;
- Het uiteinde van de kabel in de speciale uitgangspoort van de
starter steken (afb. A-10, 11, 12);
- De knop ON van afbeelding A-15 indrukken
- Het andere uiteinde van de kabel in het te voeden apparaat
steken;
4.3 De LED-lampen gebruiken
- De knop ON (afb. A-15) enkele seconden ingedrukt houden om
de ledlamp in te schakelen.
Daarna als volgt op de knop drukken:
- eenmaal om knipperend licht in te schakelen;
- tweemaal om de noodsignalering in te schakelen;
- driemaal om het licht uit te schakelen.
5. LADEN
Belangrijk! Om de accu maximaal te laten presteren deze voor
gebruik, na ieder gebruik en in ieder geval iedere 3 maanden
opladen.
De unit kan worden opgeladen met een voeding van 230 VAC (met
de bijgeleverde voedingsinrichting, afb. A-8) of via de speciale
kabel met 12 V jack-stekker (afb. A-5).
Op de knop van afb. A-15 drukken om te controleren of de accu
moet worden opgeladen.
De leds van afb. A-16 geven de laadstatus van de accu aan, die
hoger is naarmate er meer leds branden:
- één brandende led: de accu is leeg;
- alle leds branden: de accu is helemaal opgeladen.
- 24 -

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis