Beko CLEARPOINT L080 Installation Und Betriebsanleitung Seite 16

Functie
Filter C, F, S und R(x)
Vaste stoffen worden door het stoot- en traagheids-effect afge-
scheiden, olie- en wateraërosolen door het coalescentie-effect.
Door de zwaartekrachtwerking verzamelen zich uitgefilterde
vloeistofdeeltjes in het onderste filtergedeelte, waar ze hand-
matig of automatisch worden afgevoerd. De stromingsrichting
door het filterelement is voor coalescentiefilters van binnen naar
buiten en voor stoffilters van buiten naar binnen.
Adsorptiekoolfilter, serie A
Het adsorptiekoolbed wordt van binnen naar buiten door-
stroomd. Oliedamp en geuren worden geabsorbeerd en op de
actieve kool afgezet. De adsorptiekool is opgeborgen in een
bindweefsel dat aanvullend stofdeeltjes tegenhoudt.
Rendement van de filters
Grof-, fijn- en ultrafijnfilters
series C, F, S und R(x)
In de loop van de tijd zetten zich partikels af in het filtreermedi-
um en wordt de vrije ruimte voor het doorstromen gereduceerd.
Als gevolg hiervan stijgt de stromingsweerstand, die door een
differentiaal-drukmanometer wordt aangeduid.
Bij een differentiaaldruk van 0,4 bar, echter minimaal 1 maal per
jaar, wordt de vervanging van de filterelementen aanbevolen.
Een latere vervanging heeft een beduidend negatief effect
op het rendement, daar de hogere differentiaaldruk door de
voorgeschakelde compressor moet worden gecompenseerd.
Een verhoogd stroom-verbruik en een hogere slijtage van de
compressor zouden dan het gevolg zijn.
Adsorptiekoolfilter, serie A
Om de levensduur van de elementen te verlengen, mag het
restvocht van het instromend gas niet meer bedragen dan 30
%. Na uiterlijk 6 maanden is de capaciteit van het element
uitgeput en is een vervanging noodzakelijk.
Om extra stromingsweerstanden te vermijden moeten zoveel
mogelijk buisleidingen worden ingezet met een gelijkblijvende
nominale doorlaat. Buisleidingsreducties mogen alleen worden
uitgevoerd in overeenstemming met de deelstroomafvoer
(ring-, verbindings-, aansluitleidingen).
Verordening op drukvaten
De huizen zijn conform CE gefabriceerd en gekeurd. Bij de
levering van een filter worden de overeenkomstige documenten
meegeleverd.
Ze zijn ontworpen voor een maximale bedrijfsoverdruk van 16
bar (L080 - L200) of 10 bar (≥ L204) en een maximale tempe-
ratuur van -10 °C tot +120 °C. Bij het gebruik van accessoires
moet rekening worden gehouden met de gebruiksgrenzen
ervan.
16
nederlands
Installatie
CLEARPOINT-filters worden in de fabriek zorgvuldig getest
en in vlekkeloze toestand aan de expeditiefirma overgedra-
gen. Controleer de goederen op zichtbare beschadigingen
en breng indien nodig een desbetreffende aanmerking op het
afleveringsbewijs aan. Breng onmiddellijk de expeditiefirma
op de hoogte en laat een deskundig rapport opstellen. Voor
transportschade is de fabrikant niet verantwoordelijk.
Opstelling:
Het huis moet verticaal worden gemonteerd. Hierbij moet men
letten op de juiste doorstromingsrichting (zie pijl op het huis).
Als alternatief voor de gebruikelijke hangende plaatsing in de
buisleiding kan het apparaat ook staand worden aangebracht.
Radiaal aangelaste opneemplaten maken een optionele mon-
tage van steunvoeten mogelijk, die in de bodem verankerd
kunnen worden. Door de keuze van drie voeten is ook bij
oneffen ondergronden een stabiele stand mogelijk. Mochten
in het buisleidingnet trillingen optreden, dan wordt het inzetten
van trillingsdempers aanbevolen.
Voor de vervanging van de filterelementen moet rekening
worden gehouden met een demontageruimte van 850 mm
boven de blinde flens.
Installatie:
Om de efficiëntie van de filter te vergroten, is de installatie op
een zo koel mogelijke, maar vorstvrije plaats in het buislei-
dingnet aanbevolen.
Het afscheidingspercentage en de levensduur veronderstel-
len een filtratie met een telkens één niveau grovere voorfilter
(uitzondering: groffilter serie C).
Aan de in- en uitlaatzijde van de filters of filtercombinaties is de
montage van telkens een afsluitklep aanbevolen. Een bypas-
sleiding met extra afsluitklep moet worden gemonteerd, zodat
het leidingnet bij noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden
van druklucht kan worden voorzien.
Voor de ingebruikneming moeten de los bijgevoegde filterele-
menten worden gemonteerd (zie ook de instructies "Vervanging
van de filterelementen").
Tot en met de adsorptiekoolfilter zijn alle filters uitgerust met
het condensaatafvoersysteem BEKOMAT met elektronische
niveauregeling. De instructies van de afzonderlijke documen-
taties moeten worden opgevolgd. De BEKOMAT moet worden
gemonteerd met de aansluitset (zie tekening pagina 20).
Bij de verwijdering van het condensaat moeten steeds de
desbetreffend wettelijk geldige voorschriften in acht worden
genomen. Bijzonder renderend is de toebereiding van het ont-
stane condensaat met ofwel een olie-waterscheider ÖWAMAT
of een demulgator BEKOSPLIT
CLEARPOINT L080 - L304