Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aanbrengen Van De Magnesiumanode; Hydraulische Aansluiting - Atlantic CORTHERM 500 Installation, Betrieb Und Wartung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 51

4. AANBRENGEN VAN DE MAGNESIUMANODE

Raadpleeg hiervoor de handleiding specifi ek voor de anode.

5. HYDRAULISCHE AANSLUITING

Vooraleer u het apparaat waterzijdig gaat aansluiten, is het absoluut noodzakelijk de
toevoerleidingen goed te reinigen opdat er geen metalen of andere deeltjes in de kuip
terechtkomen.
Wanneer metalen leidingen gebruikt worden, moet de aansluiting op de warmwateruitgang
verplicht gerealiseerd worden met een diëlektrische koppeling of met een gietijzeren mof om
galvanische corrosie (ijzer koper) te vermijden. Messing koppelingen zijn hier verboden. Het
is verplicht een gehomologeerde veiligheidsgroep of -geheel, -klep, -afsluiter en -ventiel te
installeren.
Als de aanvoerdruk ≥ 5 bar bedraagt, moet er een drukregelaar gemonteerd worden aan het
begin van de distributie. Een druk van 3 à 4 bar is aangewezen.
Controleer bij opwarming of de druk niet hoger is dan de bedrijfsdruk.
Installeer een ontluchter op de bovenste aansluiting van de boiler (SWW-uitgang).
Om te vermijden dat onderdelen van de installatie (warmtewisselaar, ventiel, veiligheidsgroep)
verstopt geraken door slib, moet u een fi lter op de algemene koudwatertoevoer van de boiler
plaatsen.
Het warme tapwater van de boiler kan zeer heet worden. Daarom is het verplicht om een
thermostatische mengkraan te installeren op de SWW-aftappunten. De temperatuurinstelling
aan de aftappunten moet conform de gangbare reglementering zijn.
Wanneer leidingen gebruikt worden in COMPOSIETMATERIAAL (PER, PVC, enz.)
!
moet er aan de reservoiruitgang een temperatuurbegrenzer geïnstalleerd worden die
afgesteld is in functie van het gebruikte materiaal.
Aanbevelingen: In regio's met zeer veel kalk in het water (Th>20°F), leidt het gebruik van
een ontharder niet tot opheffi ng van de garantie op voorwaarde dat de ontharder vakkundig
afgesteld, gecontroleerd en regelmatig onderhouden is. De waterhardheid moet steeds
meer dan 10°f bedragen.
5.1. Hydraulische veiligheid
Elke installatie moet een hydraulische veiligheid bevatten tegen:
1. Overdruk in het distributienet,
2. Overdruk door temperatuurstijging (expansie tijdens opwarming),
3. Overdruk door een defect aan een thermostaat of relais.
De waterstroom door overdruk moet niet afgeremd worden. Wel moet de afvoerbuis volledig
en voldoende afhellen en een diameter hebben die aangepast is aan het net.
Wat voor installatie het ook is, er moet een koudwaterafsluiter vóór de veiligheidsgroep
geplaatst zijn.
01.02.2017
NL
Pagina 65 / 90

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis