13.1. IJsblokjes maken
Reinig een ijsblokjesbakje grondig voor het eerste gebruik.
Vul het bakje met drinkwater.
Plaats het ijsblokjesbak in het ijsblokjesvak.
Zodra de ijsblokjes bevroren zijn, neemt u het bakje uit het ijsblokjesvak en
drukt u de ijsblokjes uit de vorm.
14. Het ijsblokjesvak ontdooien
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Door zeer lage temperaturen kunnen brandwonden
ontstaan.
Raak de bevroren binnenwanden van het ijsblokjes-
vak of bevroren levensmiddelen niet met de handen
aan. Gebruik bijvoorbeeld een droge doek om de be-
vroren producten vast te pakken.
Grote ijsafzettingen aan de vriesoppervlakken tasten de efficiëntie van het appa-
raat aan en veroorzaken een hoger energieverbruik. Ontdooi het apparaat daar-
om regelmatig zodra de ijslaag dikker dan 3–4 mm is.
Enkele uren voordat u het apparaat ontdooit, zet u de temperatuurregelaar op
de stand 5. De ingevroren levensmiddelen kunnen op die manier langer bij om-
gevingstemperatuur worden bewaard.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging
Schade aan het apparaat door onjuiste omgang met
het apparaat.
Maak voor sneller ontdooien geen gebruik van an-
dere mechanische voorzieningen of hulpmiddelen
dan hetgeen de fabrikant adviseert. Gebruik hier-
voor bijvoorbeeld geen elektrische verwarmingen,
heteluchtblazers of een haarföhn. Gebruik ook geen
scherpe of harde voorwerpen. De thermische isola-
tie en de binnenruimte zijn gevoelig voor krassen en
hitte en kunnen smelten.
54 van 150