STEINEL IR Quattro COM 1 Bedienungsanleitung Seite 23

Functies – instellingen via DIP-schakelaars
COM 1 + COM 2
DIP 1
Normaal bedrijf / testmodus (NORM / TEST)
De testmodus op de aanwezig- schakelt, onafhankelijk van de
heidsmelder heeft voorrang lichtsterkte, bij beweging in de
op alle andere instellingen en is ruimte de verlichting gedurende
bedoeld om de werking en het een nalooptijd van ca. 8 sec. in
registratiebereik te controleren. (blauw led-lampje knippert bij
De aanwezigheidsmelder registratie). Bij normaal bedrijf
DIP 2
Halfautomatisch (MAN) / volautomatisch (AUTO)
Halfautomatisch: (MAN)
De verlichting gaat alleen maar met de knop worden aange-
automatisch uit. Het inschakelen vraagd en blijft voor de op
gebeurt met de hand, licht moet de potentiometer ingestelde
Volautomatisch: (AUTO)
De verlichting schakelt afhankelijk schakelautomatisme wordt hierbij
van de lichtsterkte en aanwezig- tijdelijk onderbroken. Onafhanke-
heid automatisch aan en uit. De lijk van de ingestelde waarde blijft
verlichting kan altijd met de hand het licht wanneer met de hand op
worden in- of uitgeschakeld. Het de toets werd gedrukt 4 uur AAN
DIP 3
Toets/schakelaar
Deelt de sensor mee hoe het
Naar keuze werking met toets
n
ontvangen signaal geïnterpre- of schakelaar
teerd moet worden. Door het
Meerdere toetsen op een
n
koppelen van externe toetsen/
regelingang mogelijk
schakelaars kan de melder als Druktoets met verlichting
n
halfautomaat worden gebruikt
alleen gebruiken met
en kan altijd met de hand wor-
nuldraadaansluiting
den ingegrepen.
DIP 4
Toets ON/ON-OFF
Op de positie ON-OFF kan de Op de positie ON is handmatig
verlichting altijd met de hand uitschakelen niet meer mogelijk.
in- en uitgeschakeld worden Bij iedere druk op de toets wordt
(uitzondering impulsmodus: de nalooptijd opnieuw gestart.
geen handmatig UIT).
DIM
DIP 5
Constante verlichting ON/OFF
Zorgt voor een gelijkblijvende gewenste lichtsterkte te berei-
lichtsterkte. Een melder meet het ken. Wanneer het daglichtper-
aanwezige daglicht en schakelt centage verandert, wordt ook
procentueel kunstlicht in om de het ingeschakelde kunstlicht
gelden alle individueel ingestel-
de potentiometerwaarden. Ook
zonder aangesloten last kan de
aanwezigheidsmelder met be-
hulp van het blauwe led-lampje
worden ingesteld.
nalooptijd ingeschakeld
(2 x drukken / 4 uur AAN).
(2 x drukken) of UIT (1 x drukken).
Wordt voor afloop van deze 4 uur
op de toets gedrukt, schakelt de
Presence Control IR Quattro over
op de normale sensormodus.
Kabellengte tussen sensor en
n
schakelaar < 50 m
aangepast. Voor het toevoegen
van kunstlicht is naast het dag-
lichtpercentage ook de factor
aanwezigheid van invloed.
- 44 -
Functies – instellingen via potentiometer
COM 1 + COM 2
Potentiometer e
Schemerinstelling
De gewenste drempelwaarde kan Instelregelaar rechteraanslag:
traploos van ca. 10 – 1000 lux wor- MAX daglichtstand
den ingesteld. Instelregelaar linkeraanslag:
MIN nachtstand
Toepassingsvoorbeelden
Nachtmodus
Gangen, hallen
Trappen, roltrappen, lopende banden
Wasruimtes, toiletten, schakelkamers, kantines
Winkels, crèches, scholen, sporthallen
Bedrijfsruimtes: kantoor-, conferentie- en vergader-
ruimtes, fijne montagewerkzaamheden, keukens
Zichtintensieve werkgebieden:
laboratoria, technisch tekenen, nauwkeurige
werkzaamheden
Daglichtmodus
Opmerking: Afhankelijk van de montageplaats kan het nodig zijn de instelling 1-2 schaalstreepjes te corrigeren.
De lichtsterkte wordt bij de sensor gemeten.
Potentiometer f
Tijdinstelling
Nalooptijd schakeluitgang 1 De gewenste nalooptijd kan
instelwaarde 30 sec. – 30 min. traploos van min. ca. 30 sec. –
max. 30 min. worden ingesteld.
Na 3 min. wordt het eigen licht
Impulsmodus (behalve DIM)
(bijv. voor de automatische verlich-
Als u de regelaar op (linkeraan-
ting van het trappenhuis). Daar-
slag) zet, staat het apparaat in de
na reageert de sensor ca. 8 sec.
impulsmodus, d.w.z. de uitgang
niet op bewegingen. Vanwege de
wordt voor ca. 2 sec. ingeschakeld
IQ-modus
Rechteraanslag: de nalooptijd past Via een leeralgoritme wordt de
zich dynamisch, zelflerend aan het optimale tijdcyclus berekend.
gebruikersgedrag aan.
Afhankelijk van de montageplaats
kan het nodig zijn de instelling
1-2 schaalstreepjes te corrigeren.
Ingestelde lichtwaarden
min.
1
2
3
4
5
>=6
max.
gemeten. Wordt de drempel-
waarde overschreden, dan
schakelt de sensor na afloop
van de nalooptijd uit.
eigen verblinding door vreemd
licht is hier alleen een dagstand
mogelijk.
De kortste tijd bedraagt 5 min.,
de langste 20 min.
- 45 -