Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Test Van Het Automatisch Systeem - FAAC 390 Handbuch

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 390:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 29
4.3. MONTAGEVOLGORDE
De aandrijving, de basisplaat en de gescharnierde arm zijn vooruitgerust
voor installatie aan de linker- of rechterkant (Fig. 7).
Bevestig de basisplaat aan de pilaar met de schroeven Ø10 en bijpassen-
de pluggen (Fig. 8), en controleer daarbij of hij perfect horizontaal is.
Plaats de motorreductorgroep in de basisplaat en bevestig hem met de
twee schroeven en bijbehorende moeren en elastische ringen (Fig 8).
De transmissie-as moet altijd naar beneden gericht zijn.
Assembleer de gescharnierde arm en de voorste bevestiging zoals in
Fig. 9.
Steek de rechte hendel van de gescharnierde arm in de as van de
motorreductor, en zet hem vast met de bijgeleverde schroef en rondsel
(Fig. 10).
Ontgrendel de aandrijving (hoofdstuk 5).
Bepaal de waar de voorste bevestiging op de vleugel moet worden
bevestigd, met inachtneming van de eerder vastgestelde waarde "C"
(hoofdstuk 4.2.). Controleer of de arm en de bevestiging perfect hori-
zontaal zijn.
De bevestiging kan rechtstreeks op de vleugel worden gelast (Fig.
11) of worden vastgeschroefd met behulp van inzetstukken met
schroefdraad (Fig. 12).
Fig. 11
Fig. 11
Teken in beide gevallen de positie van de voorste bevestiging af, en ve-
rwijder de bevestiging tijdelijk van de arm om haar te bevestigen.
Hermonteer, als de voorste bevestiging eenmaal is bevestigd, de arm.
Zet de beschermingskap op de aandrijving (Fig. 10).
Vergrendel de aandrijving weer (hoofdstuk 6).
Sluit de elektriciteitskabels van de gekozen elektronische apparatuur aan
volgens de bijgevoegde instructies.

4.4. TEST VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM

Controleer na het installeren nauwgezet of het automatisch systeem en alle
daarop aangesloten accessoires, en met name de veiligheidsinrichtingen,
goed werken.
Geef de klant de pagina "Gebruikersgids" en leg uit hoe de aandrijving
werkt en wordt gebruikt, en geef daarbij aan welke delen van het auto-
Fig. 7
Fig. 7
matisch systeem gevaar kunnen opleveren.
5. HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de elektrische voe-
ding is uitgevallen of omdat het automatisch systeem niet goed werkt, dient
het ontgrendelingsmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt:
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Steek de bijgeleverde inbussleutel erin en draai hem ongeveer een halve
slag tot hij niet verder kan in de in Fig. 13 aangegeven richting, afhankelijk
Fig. 8
Fig. 8
van het type montage.
Beweeg de poort met de hand.
6. HERSTEL NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat de poort tijdens de manoeuvre per ongeluk
door een impuls wordt ingeschakeld, moet alvorens de aandrijving
opnieuw te vergrendelen eerst de voeding naar de installatie worden
uitgeschakeld.
Steek de bijgeleverde inbussleutel erin en draai hem ongeveer een halve
slag tot hij niet verder kan in de in Fig. 13 aangegeven richting, afhankelijk
van het type montage.
Vergewis u ervan dat de poort niet met de hand kan worden bewogen.
Schakel de voeding naar het systeem in.
Fig. 9
Fig. 9
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsni-
veau te garanderen, is het beter om minstens ieder half jaar de installatie
helemaal te laten nakijken. Het boekje "Gebruikersgids" bevat een voor-
gedrukt formulier voor het registeren van ingrepen.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of
andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwa-
lificeerd en geautoriseerd FAAC-personeel of een erkend FAAC-
servicecentrum.
Fig. 10
Fig. 10
Fig. 12
Fig. 12
24
7. ONDERHOUD
8. REPARATIES
Fig. 13
Fig. 13

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis