Installatie; Optionele Installaties - Danfoss Icon Installationsanleitung

Installatiehandleiding

Installatie

Optionele
installaties
© Danfoss | FEC | 2019 .01
Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V
Voor een bekabelde installatie
Let op! Onderbreek de voeding voordat u start met het
bedraden!
Raadpleeg de paragrafen B en C in de Snelgids voor
informatie over het bedraden van bekabelde thermo-
staten en servomotoren .
24V-thermostaten kunnen zowel in een BUS-configu-
ratie als in een sterconfiguratie worden bedraad . Zie
hieronder .
Het systeem is niet polariteitsgevoelig .
Bij BUS-bedrading (serieel)
Bij sterbedrading (parallel)
THERMOSTATEN
A B NTC
Installatie app-module,
bestelnr . 088U1101
De app-module is vereist als de app-functionaliteit
gewenst is . Raadpleeg de installatiehandleiding voor
de app-module voor informatie over integratie in een
draadloos netwerk (wifi) . In systemen met meerdere
Danfoss Icon™ hoofdregelaars is slechts één app-mo-
dule vereist . Deze kan aan een willekeurige hoofdrege-
laar worden toegevoegd .
Een pomp bedraden
Uitgang PWR1 is bedoeld voor gebruik in installaties
waarbij een circulatiepomp in het systeem is opge-
nomen . De PWR1-uitgang heeft een 230V-uitgang
(maximaal 100 W) waarop spanning staat . Deze uit-
gang wordt geactiveerd als er door ten minste één
thermostaat om warmte wordt gevraagd . Als er door
geen enkele thermostaat om warmte wordt gevraagd,
wordt de PWR1-uitgang uitgeschakeld om energie te
besparen . Als er een warmtevraag is, wordt de uitgang
geactiveerd met een vertraging van 180 seconden, om
te voorkomen dat de pomp gaat werken terwijl hij geen
stroming kan genereren vanwege de vertraagde wer-
king van de servomotoren in de verwarmingscircuits .
Een potentaalvrij relais bedraden
Een potentaalvrij relais kan worden gebruikt om bij-
voorbeeld de warmtevraag/-productie van een cv-ketel
te activeren . We adviseren om het potentiaalvrije relais
als warmtevraagsignaal te gebruiken voor alle cv-ketels
die zijn uitgerust met hiervoor geschikte ingangen .
Voor cv-ketels met een modulatie van 0-10 V is het niet
mogelijk om het warmtevraagsignaal van de Danfoss
Icon™ hoofdregelaar 24 V te gebruiken . Houd er reke-
ning mee dat sommige combiketels voorrang kunnen
geven aan warm water, waardoor de warmteproductie
van het systeem kan worden vertraagd .
Voor een draadloze installatie
Let op! Onderbreek de voeding voordat u start met het
bedraden!
Sluit een radiomodule aan, bestelnr . 088U1103 .
De radiomodule is vereist als er draadloze thermosta-
ten worden geïnstalleerd . De radiomodule wordt ge-
leverd met een patchkabel van 2 meter . Waar nodig
kan een langere kabel (maximaal 15 meter) worden
gebruikt .
In systemen met meerdere hoofdregelaars moet op
elke Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V één radiomo-
dule worden gemonteerd .
Een speciale mogelijkheid is om bekabelde thermo-
staten te installeren in een draadloos systeem .
Raadpleeg de paragrafen B2, B3, B4 en C1 in de Snel-
gids voor informatie over het installeren van draadlo-
ze thermostaten en servomotoren .
A B NTC
2
Installatie uitbreidingsmodule,
bestelnr . 088U1100 (Snelgids E4) .
Let op! Onderbreek de voeding voordat u de uitbrei-
dingsmodule plaatst.
Schuif het deksel weg en plaats de uitbreidingsmodule .
Volg de bijgevoegde instructies .
Let op! Als een uitbreidingsmodule wordt toegevoegd aan
een systeem met meerdere hoofdregelaars, moet die wor-
den geïnstalleerd op de systeemmaster.
Installatie van een vloersensor (bij 24V-thermostaat),
bestelnr . 088U1110 .
Raadpleeg de bij de thermostaat geleverde instructies
voor informatie over het installeren van een vloersensor .
Ruimten met zowel vloerverwarming als radiatoren
geregeld door één thermostaat.
Het is mogelijk om een gemengde toepassing te creëren
waarbij radiatoren en vloerverwarming worden geregeld
via dezelfde Danfoss Icon™ kamerthermostaat, als
• de thermostaat is uitgerust met een vloersensor die
op de thermostaat is geconfigureerd voor 'dual mode'
(selecteer de modus 'DU' in het installatiemenu op de
thermostaat);
• de stroming van de radiator wordt geregeld door een
servomotor;
• het juiste type warmteafgever is ingesteld voor de re-
levante uitgangen in de betreffende ruimte .
In deze toepassing wordt de vloersensor alleen ge-
bruikt om een minimale vloertemperatuur te handha-
ven (zo nodig kan er een maximale vloertemperatuur
worden ingesteld) . De ingebouwde sensor wordt ge-
bruikt om de ruimtetemperatuur te regelen door mid-
del van de toegewezen radiatoruitgang (de snelste
van de twee uitgangstypen) .
Let op! Alleen Danfoss Icon™ kamerthermostaten met
vloersensor worden ondersteund.
NL
088U1103
VIMCG30F | 088N3678 | 47