Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Benning CM 12 Bedienungsanleitung Seite 53

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CM 12:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus + P van de
BENNING CM 12.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van
het circuit en lees de gemeten waarde af in het display J .
Zie fig. 2:
meten van gelijkspanning
Zie fig. 3:
meten van wisselspanning (meting van frequentie)
8.2.2
Stroommeting
-
Met de draaiknop 5 kunt u de gewenste functie
8 de koppeling op de BENNING CM 12 instellen.
-
Door de nulcompensatietoets ZERO 9 (2 sec) de BENNING CM 12 in de
uitgangspositie zetten (koppeling: DC, AC+DC).
-
Druk op de openingshendel 4 en omvat de éénaderige, stroomvoerende
leiding, zoveel mogelijk in het midden van de tang 1 .
-
Lees de gemeten waarde af in het display J .
Zie fig. 4:
meten van gelijk-/ wisselstroom (meting van frequentie)
8.3 Weerstandsmeting
-
Kies met de draaiknop 5 van de BENNING CM 12 de gewenste instelling
.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus O van de
BENNING CM 12.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus + P van de
BENNING CM 12.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van
het circuit en lees de gemeten waarde af in het display J .
Zie fig. 5:
Weerstandsmeting/ dioden-/ doorgangscontrole met zoemer
8.4 Diodencontrole
-
Kies met de draaiknop 5 van de BENNING CM 12 de gewenste instelling
.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus O van de
BENNING CM 12.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus + P van de
BENNING CM 12.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten van
het circuit en lees de gemeten waarde af in het display J .
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning tussen 0,40 V tot 0,80 V aangegeven. De aanduiding "OL"
geeft een onderbreking in de diode aan, de aanduiding "bAd" wijst op een
kortsluiting in de diode.
-
Voor een in sperrichting gemonteerde diode wordt een negatieve fluxsprong
tussen - 0,40 V tot - 0,80 V weergegeven.
Zie fig. 5:
Weerstandsmeting/ dioden-/ doorgangscontrole met zoemer
8.5 Doorgangscontrole met zoemer
-
Kies met de draaiknop 5 van de BENNING CM 12 de gewenste instelling
.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus O van de
BENNING CM 12.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus + P van de
BENNING CM 12.
-
Sluit de veiligheidsmeetkabels aan op de meetpunten. Ligt de waarde van
de kabelweerstand tussen de COM-bus O en de bus + P onder de grens-
waarde (30 Ω - 100 Ω), dan weerklinkt er op de BENNING CM 12 een inge-
bouwde zoemer en gaat de rode ledlamp 3 branden.
Zie fig. 5:
Weerstandsmeting/ dioden-/ doorgangscontrole met zoemer
8.6 Capaciteitsmeting
Voor capaciteitsmetingen dienen de condensatoren volledig
ontladen te zijn. Er mag nooit spanning gezet worden op de con-
tactbussen voor capaciteitsmeting. Het apparaat kan daardoor
beschadigd worden of defect raken. Een beschadigd apparaat
kan spanningsgevaar opleveren.
-
Kies met de draaiknop 5 van de BENNING CM 12 de gewenste instelling
.
-
Stel de polariteit vast van de condensator en ontlaad de condensator.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus O van de
BENNING CM 12.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus + P van de
08/ 2018
BENNING CM 12
en via de MODE-toets
53

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis