Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Veiligheidsvoorschriften - Benning CM 12 Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CM 12:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

AC: wisselspanning/-stroom
Aarding (spanning t.o.v. aarde)
2.

Veiligheidsvoorschriften

Dit apparaat is gebouwd en getest volgens de voorschriften:
DIN VDE 0411 deel 1/EN 61010-1
DIN VDE 0411 deel 2-032/EN 61010-2-032
DIN VDE 0411 deel 2-033/EN 61010-2-033
DIN VDE 0411 deel 031/EN 61010-031
en heeft, vanuit een veiligheidstechnisch oogpunt, de fabriek verlaten in een per-
fecte staat. Om deze staat te handhaven en om zeker te zijn van gebruik zonder
gevaar, dient de gebruiker goed te letten op de aanwijzingen en waarschuwingen
zoals aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Een verkeerd gebruik en niet-na-
leving van de waarschuwingen kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Wees extreem voorzichtig tijdens het werken met blanke draden
of hoofdleidingen. Contact met spanningsvoerende leidingen
kan elektrocutie veroorzaken.
De BENNING CM 12 mag alleen worden gebruikt in elektrische
circuits van overspanningscategorie III met max. 1000 V of over-
spanningscategorie IV met max. 600 V ten opzichte van aarde.
Gebruik alleen passende meetsnoeren voor deze. Bij metingen
binnen de meetcategorie III of de meetcategorie IV mag het uit-
stekende geleidende gedeelte van een contactpunt op de veilig-
heidsmeetleidingen niet langer zijn dan 4 mm.
Voor metingen binnen de meetcategorie III en de meetcategorie
IV moeten de bij de set gevoegde, met CAT III en CAT IV aange-
duide opsteekdoppen op de contactpunten worden gestoken.
Deze maatregel dient ter bescherming van de gebruiker.
Bedenk dat werken aan installaties of onderdelen die onder
spanning staan, in principe altijd gevaar kan opleveren. Zelfs
spanningen vanaf 30 V AC en 60 V DC kunnen voor mensen al
levensgevaarlijk zijn.
Om gevaarlijke situaties te voorkomen, meet u de aanwezige
spanning altijd eerst zonder laagdoorlaatfilter (zonder onder-
drukking van de hoge frequenties), om een gevaarlijke span-
ning te detecteren.
Elke keer, voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, moet
het worden gecontroleerd op beschadigingen. Ook de veilig-
heidsmeetsnoeren dienen nagezien te worden.
Bij vermoeden dat het apparaat niet meer geheel zonder gevaar kan worden
gebruikt, mag het dan ook niet meer worden ingezet, maar zodanig worden op-
geborgen dat het, ook niet bij toeval, niet kan worden gebruikt.
Ga ervan uit dat gebruik van het apparaat zonder gevaar niet meer mogelijk is:
-
bij zichtbare schade aan de behuizing en/ of meetsnoeren van het apparaat,
-
als het apparaat niet meer (goed) werkt,
-
na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden,
-
na zware belasting of mogelijke schade ten gevolge van transport of onoor-
deelkundig gebruik,
-
het apparaat of de meetleidingen vochtig zijn,
Om gevaar te vermijden
-
mogen de blanke meetpennen van de veiligheidsmeetsnoe-
ren niet worden aangeraakt
-
moeten de meetsnoeren op de juiste contactbussen van
de multimeter worden aangesloten.
08/ 2018
BENNING CM 12
42

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis