Belangrijke Veiligheidsaanwijzingen; Eerste Ingebruikname - Honeywell HW-HELIS1E Gebrauchsanweisung

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

Lees voor ingebruikname van de ventilator alle instructies
door. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor latere referentie.
1. Gebruik de ventilator niet zonder toezicht in de buurt
van kinderen. Bewaar de afstandbediening op een voor
kinderen ontoegankelijke plaats.
2. Sluit de ventilator alleen aan op een eenfasige contact-
doos met de op het typeplaatje aangegeven netspanning.
3. Schakel de ventilator uit en trek de netstekker (1) uit de
contactdoos als de ventilator niet wordt gebruikt of als
deze wordt verplaatst, aangeraakt of gereinigd. Trek niet
aan de netkabel (1) als u de ventilator loskoppelt van het
lichtnet.
4. Rol de netkabel (1) helemaal af. Een niet volledig afge-
rolde kabel (1) kan tot oververhitting leiden en brand ver-
oorzaken.
5. Gebruik geen traploze snelheidsregelaar. Bij gebruik van
deze apparatuur ontstaat risico op oververhitting, brandge-
vaar, een elektrische schok of defecten.
6. De ventilator mag alleen na een volledige en juiste mon-
tage zoals beschreven onder "Montage-instructies" wor-
den gebruikt.
7. Dompel de ventilator niet onder in water of andere vloe-
istoffen en giet geen water of andere stoffen over de venti-
lator of over de afstandbediening. Zorg ervoor dat de
afstandsbediening (3) niet wordt blootgesteld aan direct
zonlicht.
8. Reinig de ventilator en de afstandbediening (3) regelma-
tig en volg hierbij de reinigingsinstructies.
9. De ventilator mag alleen conform de instructies van
deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt. Bij niet-navol-
ging van deze instructies bestaat risico op lichamelijk let-
sel, brand of een elektrische schok.
10. Gebruik voor de afstandbediening uitsluitend batterijen
van het type CR2025. Wanneer u de batterij vervangt, dient
u uitsluitend nieuwe batterijen van het type CR2025 te
gebruiken. Verwijder de oude batterij conform de milieu-
richtlijnen van uw land.
11. Wanneer u de afstandbediening (3) gedurende langere
tijd (4 weken of langer) niet gebruikt, dient u de batterijen
uit de afstandbediening te verwijderen.
12. De ventilator mag alleen voor privé-gebruik binnens-
huis worden gebruikt en is niet voor commercieel gebruik
bestemd. Gebruik de ventilator niet in de buurt van een
bad, een douche of een zwembad of op een plaats waar
waterspetters ontstaan.
13. Neem de ventilator niet in gebruik als deze is bescha-
digd, beschadigingen zou kunnen vertonen of niet goed
werkt. Trek de netstekker (1) uit de contactdoos.
14. Plaats de ventilator op een effen, stabiel, droog
oppervlak. Zorg ervoor dat de ventilator stevig staat, zodat
hij niet kan omvallen of ergens vanaf kan vallen. U dient
een veiligheidsafstand van minimaal 50 cm ten opzichte
van andere voorwerpen aan te houden.
15. Als de netkabel (1) van de ventilator beschadigd is,
dient deze door de fabrikant of een door de fabrikant goed-
gekeurd servicebedrijf of soortgelijk gekwalificeerd perso-
neel te worden vervangen om schade te voorkomen.
CONSTRUCTIE
1. Netkabel met netstekker
2. Bedieningspaneel
3. Afstandbediening
4. Bedrijfstoets
5. Toets voor ventilatorsnelheid
6. Oscillatietoets
7. Ionisator-toets
8. Timer-toets
9. Infraroodontvanger van de afstandbediening
10. Voorste standvoet
11. Achterste standvoet
12. Geleidingspennen
13. Geleidingsopeningen
14. Kruiskopschroeven (2 x klein, 3 x groot)
15. Draaggreep
16. Batterijvak
17. Batterijhouder
18. Beschermfolie
19. Vak voor afstandbediening

EERSTE INGEBRUIKNAME

1. Lees voor ingebruikname van de ventilator alle instruc-
ties door.
2. Pak de ventilator, de netkabel met stekker (1) en de vijf
kruiskopschroeven (14) uit, verwijder het verpakkingsma-
teriaal en verwijder het volgens de milieurichtlijnen.
3. Monteer de ventilator zoals beschreven onder "Monta-
ge-instructies". De ventilator mag alleen na een volledige
en juiste montage worden gebruikt.
4. Plaats de ventilator op een effen, stabiel, droog opperv-
lak. Zorg ervoor dat de ventilator stevig staat, zodat hij niet
kan omvallen of ergens vanaf kan vallen. U dient een vei-
ligheidsafstand van minimaal 50 cm ten opzichte van
andere voorwerpen aan te houden.
23
NEDERLANDS