MasterCool 99903 Gebrauchsanweisung Seite 36

en wacht 30-45 sec om het initialiseren en het correcte vacuüm te laten verschijnen. Wanneer
het beoogde vacuüm bereikt is, sluit de VAC kraan en ontkoppel de vacuümmetervoeler van de
installatie. Druk op POWER om uit te schakelen. (Indien druk, temperatuur of diep vacuüm
gedurende lange tijd worden toegepast, schakel dan de manifold uit en enkel aan wanneer u wil
aflezen)
OPGELET: Nooit de vacuümpomp uitschakelen wanneer u vacuüm wil
lezen! Indien de vacuümsensor dan aangesloten is, riskeert u dat er olie op komt.
BELANGRIJK: Wanneer u een installatie test voor eventuele lekken onder diep vacuüm (< 1000
microns) sluit de vacuümsensor dan direct aan de installatie aan. Indien u bijkomende verbindin-
gen nodig heeft, gebruik dan bij voorkeur koperen verbindingen (dan rubberen slangen) en
afsluitkranen voor diep vacuüm. Standaard vulslangen en manifoldkranen kunnen toch minimale
lekken vertonen in diep vacuüm. Bij diep vacuüm kan het zijn dat de manifold aflezing geduren-
de een vijftal minuten zich zal moeten stabiliseren met de installatie. Nadien moet de aflezing
stabiel blijven. Indien ze dan stijgt, heeft u mogelijk een lek in het systeem.
METEN VAN SUPERHEAT EN SUBCOOLING
Superheat is het verschil tussen de werkelijke temperatuur (voelertemperatuur) van het koelmiddel
(gas) bij de uitgang van de verdamper en de kookpunttemperatuur van dit koelmiddel in de verdamper
(verzadigde temperatuur). Na het kookpunt blijft het koelmiddel opwarmen. Het aantal graden dat
het opwarmt na het kookpunt wordt superheat genoemd. In de meest ongunstige omstandigheden (te
weinig koelmiddel voor systemen met een vast expansieventiel) zal het koelmiddel verdampen aan het
einde van de verdamper. Om zeker te stellen dat er geen vloeistof in de compressor komt in de slechtste
omstandigheid, publiceren de Airco fabrikanten tabellen. Deze tabellen duiden aan wat de superheat
zou moeten zijn aan een bepaalde binnentemperatuur en buitenlucht temperatuur. Superheat meten op
een installatie met vast expansieventiel is de beste indicatie voor een correcte koelmiddelhoeveelheid
en werking. Indien de installatie verder goed werkt en de superheat te hoog is, dient u koelmiddel bij te
voegen. Indien de superheat te klein is, koelmiddel verwijderen.
Subcooling is het verschil tussen het kookpunt van het koelmiddel in de condensor (verzadigde
temperatuur) en de werkelijke temperatuur (voelertemperatuur) van het koelmiddel bij de uitgang
van de condensor. Het aantal graden dat het koelmiddel daalt onder het kookpunt, wordt subcooling
genoemd. In de meest ongunstige omstandigheden -te weinig koelmiddel voor systemen met een
thermostatisch expansieventiel (TXV) - zal de subcooling blijven stijgen. Indien de subcooling te hoog
stijgt, kan vloeistof terug in de compressor slagen met schade en niet-functioneren tot gevolg.
FIG. C
LOW HIGH
REF
VAC
vloeistof
Damp en vloeistof
Damp
Bij TXV installaties is subcooling de beste indicatie van de hoeveelheid koelmiddel in het koelsysteem
omdat deze installaties ontworpen zijn om een constante superheat te behouden. Het correcte vullen
van een installatie verzekert een maximale efficiëntie en een langere levensduur.
Opgelet: altijd een veiligheidsbril dragen
Volg alle instructies wanneer u systemen installeert of onderhoudt.
GEWENSTE SUPERHEAT EN SUBCOOLING
Volg alle specificaties van de fabrikanten, waarschuwingen en suggesties. Om de gewenste superheat
(vast expansieventiel) of subcooling (tabellen kunnen erg verschillen) te bepalen, zal u 3 dingen nodig
hebben: buitenluchttemperatuur droge bol, binnentemperatuur natte bol, en de desbetreffende tabel van
de fabrikant.
U kan ook Mastercool's vochtigheidsmeter (art. 52232) gebruiken voor zowel binnentemperatuur
36
(ZIE FIG. C)
Regelkraan (TXV, vast expansieventiel)
Condenser
www.mastercool.com
Compressor
vloeistof
Verdamper
Damp en vloeistof
Damp
LOW HIGH
REF
VAC