Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Geavanceerde Bediening - HACH LANGE DR 900 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 18

Geavanceerde bediening

Een favoriet of gebruikersprogramma selecteren
De database met favorieten en gebruikersprogramma's is leeg wanneer
het apparaat voor de eerste keer wordt opgestart. Voor snellere toegang
tot een methode kan deze worden opgeslagen in de favorieten. Voor
specifieke wensen kan een gebruikersprogramma worden
geprogrammeerd.
1. Ga naar HOME>Opties>Fav./Gebr.program.
2. Ga naar Nieuwe programma's om een nieuw gebruikersprogramma
aan te maken. Raadpleeg
Gebruikersprogramma's
Een programma aan favorieten toevoegen
Opgeslagen programma's en gebruikersprogrammamethoden die vaak
worden gebruikt, kunnen worden opgeslagen in de lijst met favorieten.
• Ga naar HOME>Opties>Fav./Gebr.program.
• Selecteer het betreffende programma en druk op Opties>Wissen en
volg de instructies op het scherm.
Gebruikersprogramma's
De·database met gebruikersprogramma's is leeg wanneer het apparaat
voor de eerste keer wordt opgestart. Gebruik Nieuw programma om
nieuwe programma's te maken voor specifieke behoeften. Voer de
onderstaande stappen uit om een nieuw gebruikersprogramma te
maken.
1. Ga naar HOME>Opties>Fav./Gebr.program>Nieuw programma.
2. Selecteer een beschikbaar programmanummer van 1001 tot 1010.
Opmerking: Er kunnen maximaal tien programma's (gebruikersprogramma's
en/of favorieten) worden opgeslagen.
3. Voer een methodenaam in (maximaal 12 tekens).
4. Selecteer de golflengte: 420, 520, 560 of 610 nm.
*
Als bekend is dat de curve lineair is, zijn slechts twee concentratiedatapunten (bijv. een standaard met nul absorptie en een andere bekende
standaard) nodig. Gebruik aanvullende gegevenspunten om de lineariteit te bevestigen of een niet-lineaire curve te definiëren.
5. Selecteer de eenheid: Geen, µg/l, mg/l of g/l.
6. Selecteer de resolutie: 0000; 000,0; 00,00 of 0,000.
7. Voeg de kalibratiepunten toe: minimaal 2 en maximaal
12 kalibratiepunten.
standaard concentratiewaarde in. Druk op Klaar.
Opmerking: Een piep houdt in dat de concentratie een duplicaat is van een
eerder ingevoerde standaard of de concentratie is te hoog voor de
geselecteerde resolutie. Voer een andere waarde in en ga verder.
8. Voer de absorptiewaarde in:
Optie
ABS handmatig
op pagina 133.
bewerken
ABS autmatisch
bewerken
Opmerking: Een piep houdt in dat de absorptie een duplicaat is van een
eerder ingevoerde standaard of dat deze tussen tussen twee eerdere
standaarden valt. Voer een andere waarde in en ga verder.
9. Druk op Klaar.
10. Selecteer Kalibratiepunt toevoegen.
11. Voer aanvullende kalibratiepunten in, zoals wordt beschreven in stap
7 – 9.
12. Selecteer Gebruikersprogramma opslaan.
Een gebruikersprogramma bewerken
Een opgeslagen gebruikersprogramma bewerken:
1. Ga naar HOME>Fav./Gebr.program.
2. Selecteer het betreffende programma en druk op Opties.
*
Selecteer Std 1 bewerken en voer de eerste
Omschrijving
Gebruik de navigatietoetsen om de absorptiewaarde
handmatig in te voeren.
1. Plaats de blanco in de kuvethouder en druk op
Nulstellen.
2. Plaats het voorbereide monster in de kuvethouder
en druk op Lezen.
3. Druk op Klaar.
Nederlands 133

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis