GUTMANN Cara Montageanleitung Seite 25

3. De gaten voor de wandbevestiging boren
en geschikte plugs correct aanbrengen.
De bevestiging
4.
torenbevestigingshoek (a) tot stand brengen.
5. De stokschroeven zover in de plugs (Ø10
mm) schroeven dat nog ca. 20 mm uitsteekt.
6. De dampkap ophangen en met
onderlegplaatjes
bevestigen.
7. De dampkap uitlijnen (montagematen
controleren), daarna de moeren aantrekken.
voor
en moeren losjes
8. Indien nodig de dampkap bijkomend met
twee schroeven bevestigen.
9. (afvoerluchtbedrijf) De afvoerluchtslang op
de
juiste lengte afsnijden.
10. (Afvoerluchtbedrijf) De afvoerluchtslang
op de buis (d) aanbrengen en bevestigen,
verzekeren dat ze slang niet gebogen is.
11. De elektrische aansluiting(e) tot stand
brengen. (Afvoerluchtbedrijf) Bij gebruik van
een externe blazermotor de aansluitingskabel
verbinden.
12. De bevestigingskervingen aan de
boventoren (b) ca. 2-3mm naar buiten buigen.
nl