Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Reely Big Tiger II Bedienungsanleitung Seite 75

1:10 ep monstertruck 4wd rtr
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

10 Trimregelaar voor neutraalstand voor de aandrijving
Om ervoor te zorgen dat het voertuig bij het loslaten van de hendel (13) stil blijft staan, kan de neutraalstand met
deze trimregelaar nauwkeurig worden ingesteld.
11 EPA-instelling voor besturing en aandrijving (4 kleine draaiknoppen)
Draaiknop „EPA-ST (Left)" en „EPA-ST (Right)": met deze twee draaiknoppen wordt de stuuruitslag naar links
en rechts begrensd. De instelling kan onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Of de instelling voor rechts of
links geldt, is natuurlijk afhankelijk van de instelling van de reverse-schakelaar (3) en kan daarom bij dit voertuig
ook andersom zijn.
DE instelling van de maximale stuuruitslag dient ervoor te zorgen dat de aandrijving van de stuurservo niet wordt
overbelast wanneer de stuurmechaniek de eindstand al heeft bereikt. Een grotere hoek van de stuurservo leidt
daardoor echter niet meer tot een beweging van de stuurmechaniek, maar echter alleen maar tot overbelasting
van de servo-aandrijving en tot een hoger stroomverbruik.
Draaiknop „EPA-TH (Backward)" en „EPA-TH (Forward)": Met deze twee draairegelaars wordt de maximale
snelheid voor het achteruit- en vooruitrijden ingesteld. Normaliter dienen de beide draaiknoppen geheel naar
rechts met de klok mee op "MAX" te worden gedraaid. Voor beginners is het echter raadzaam de snelheid te
begrenzen.
Of de instelling voor vooruit of achteruit rijden geldt, is natuurlijk afhankelijk van de instelling van de reverse-
schakelaar (4) en kan daarom bij dit voertuig ook andersom zijn.
12 Dualrate-regelaar voor besturing
Met de dualrate-regelaar wordt de mogelijke stuurhoek bij beweging van het draaiwiel (8) begrensd. Zo kan het
model bijv. bij hogere snelheden gevoeliger worden bestuurd.
Regelaar naar rechts draaien = grotere stuurhoek bij volledige uitslag van het draaiwiel (8)
Regelaar naar links draaien = kleinere stuurhoek bij volledige uitslag van het draaiwiel (8)
13 Hendel voor vooruit-/achteruitrijden
Met deze hendel (gashendel) wordt de aandrijving en remfunctie van het voertuig geregeld. Raadpleeg hiervoor
ook hoofdstuk 9.j) verderop in deze handleiding.
14 Batterijvak
Plaats 8 batterijen van het type AA/mignon of 8 accu's volgens de juiste poolrichting in het vak. De juiste polariteit
is aangegeven in het batterijvak.
15 Laadbus
Wanneer accu's in de zender zijn geplaatst, kunnen deze met behulp van een geschikte laadkabel en oplader
worden opgeladen.
De laadstroom mag daarbij 250mA niet overschrijden aangezien anders de geleiders in de zender beschadigd
kunnen raken. Sluit daarom geen snelladers aan! Let op de juiste polariteit (binnenste contact van de laadbus is
gemarkeerd met een „+"; zie indien nodig het opschrift naast de laadbus).
Probeer nooit gewone, niet oplaadbare batterijen te laden. Er bestaat brand- en explosiegevaar! U mag
alleen accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn (NiCd/NiMH).
75

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis