Conrad Electronic 22 49 41 Bedienungsanleitung Seite 6

• Halten Sie Sendeanlagen (Funktelefone, Sendeanlagen für
Modellbau usw.) vom Ladegerät fern, weil die einfallende Sender-
abstrahlung zur Störung des Ladebetriebs bzw. zur Zerstörung
des Ladegerätes und damit auch der Akkus führen kann.
• Defekte/nicht mehr aufladbare Akkumulatoren sind dem Sonder-
müll (Sammelstellen) zuzuführen und gehören nicht in den Haus-
müll.
• Wenn anzunehmen ist, daß ein gefahrloser Betrieb nicht mehr
möglich ist, so ist das Gerät außer Betrieb zu setzen und gegen
unbeabsichtigten Betrieb zu sichern. Es ist anzunehmen, daß ein
gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich ist, wenn
- das Gerät sichtbare Beschädigungen aufweist,
- das Gerät nicht mehr arbeitet und
- nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhältnissen oder
- nach schweren Transportbeanspruchungen.
• Betreiben Sie Ihr Ladegerät niemals gleich dann, wenn es von
einem kalten in einen warmen Raum gebracht wird. Das dabei
entstehende Kondenswasser kann unter ungünstigen Umständen
Ihr Gerät zerstören. Lassen Sie das Gerät unverbunden auf Zim-
mertemperatur kommen.
Vorstellung
Der Schnelllader wurde für 6 – bis 7 – zellige sog. NiCd und / oder
NiMH – Akkupacks für den Elektroflug (Slowflyer = "Langsamflie-
ger") konzipiert. Die automatische Abschaltung bei Ladeende
erfolgt beim Erreichen der Ladeschlußspannung (Delta Peak).
Anschließend geht der Lader automatisch zur Erhaltungsladung
über (auch Tricklecharge genannt).
Die Versorgung erfolgt über eine 12 – Volt – Kfz – Batterie (nur bei
stehendem Fahrzeug) mit mindestens 30 Ah ( = Ampere – Stunden).
Die Ladung wird mittels einer LED (Leuchtdiode) angezeigt. Die
Ladezeit ist abhängig vom AkkuTyp, dem eingestellten Ladestrom,
8
voor het snelladen met 2 C (in uitzonderlijke gevallen ook meer).
Voor een accu met b.v. 110 mAh is dit een laadstroombereik van 11
mA (niet geschikt voor het snelladen) tot theoretisch 440 mA
(geschikt voor het snelladen). De laadstroom voor een accu die
geschikt is voor het snelladen moet dus in zo´n geval 400 mA bedra-
gen. Gelieve volgende tabel met accucapaciteiten en laadtijden te
raadplegen:
Capaciteit (mAh) Laadstroom (mA)
110 400
270 400
270 750
350 750
600 1500
900 1500
Waarschuwing!
Accu´s die niet geschikt zijn voor het snelladen kun-
nen bij het snelladen ontploffen en aanzienlijke
schade veroorzaken.
De laadstroom kan ingesteld worden op 1,5 A (= 1500 mA) of 750
mA of 400 mA. Het snelladen wordt automatisch opgestart na het
aansluiten van de spanning. De rode led zal continu branden, bij het
onderhoudsladen zal ze knipperen.
Als de led na het einde van het snelladen knippert, betekent dit, dat
de automatische "Delta Peak" afslag uitgevoerd werd, d.w.z. de
accu is vol en kan gebruikt worden. Als de accu niet direct, maar
pas later benodigd wordt, zorgt het onderhoudsladen (met knippe-
rende led) ervoor, dat de accu gebufferd wordt. Zodra de accu
benodigd wordt, moet u de lader van de autobatterij loskoppelen en
vervolgens de accu verwijderen.
Laadtijd (ca., minuten)
15
40
20
28
24
36
41