b) Accu zonder Balancer-aansluiting opladen („CHARGE")
Uiteraard kunt u ook meercellige Lithium-accu's met balanceraansluiting met het accuprogramma
„CHARGE" opladen.
Hierbij volgt echter geen synchronisering van de afzonderlijke celspanningen zodat het tot een overladen
van een of meerdere cellen kan komen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Laad daarom meercellige Lithium-accu's met balanceraansluiting altijd met het accuprogramma
„BALANCE" op, maar nooit met het accuprogramma „CHARGE"!.
• Kies eerst, zoals beschreven in hoofdstuk 11 a), in het hoofdmenu met de knoppen „INC" of „DEC" het accutype
(LiPo, Lilon of LiFe) en druk dan op de knop „START/ENTER".
• Selecteer met de knoppen „INC" of „DEC" het accuprogramma „CHARGE".
De waarde links op de onderste regel geeft de laadstroom aan; de waarde
rechts de spanning resp. het aantal cellen van de accupack (hier in het
voorbeeld een 1-cellige LiPo-accupack met een nominale spanning van
3,7 V).
Met de knoppen „INC" of „DEC" kan een ander accuprogramma worden gekozen; met de knop „BATT.TYPE/
STOP" keert u terug naar het hoofdmenu.
• Om een waarde te veranderen, drukt u op de knop „START/ENTER". De laadstroom knippert. Verander de laad-
stroom met de knoppen „INC" en „DEC". Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te
houden.
Bevestig de ingestelde laadstroom met de knop „START/ENTER".
De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. laadvermo-
gen per kanaal bedraagt 80 W.
• Vervolgens knippert de spanning. Verander deze met de knoppen „INC" en „DEC".
De spanning kan alleen aan de hand van het aantal cellen wordt veranderd (vb. een cel = 3,7 V, twee cellen
= 7,4 V etc.). Bevestig de instelling met de knop „START/ENTER".
De weergegeven spanning is telkens de nominale spanning van de accu, zie hoofdstuk 7. De werkelijke
accuspanning bij een volledig opgeladen accu is natuurlijk hoger.
• Om het laadproces te starten, houdt u de knop „START/ENTER" langer ingedrukt (ca. 3 seconden).
• Indien de instellingen verkeerd zijn resp. het laadapparaat een fout vaststelt, dan klinkt een waarschuwingssignaal
en wordt de betreffende informatie op het display weergegeven.
Met de knop „BATT.TYPE/STOP" beëindigt u het waarschuwingssignaal; u komt weer terug in het vorige instelme-
nu.
Anders verschijnt bijv. de volgende weergave (afwisselend):
De waarde bij „R:" geeft het cellenaantal dat die het laadapparaat herkend heeft (in het voorbeeld een 2-cellige
accu).
De waarde bij „S:" geeft het cellenaantal aan die u in het menu hebt ingesteld (bijvoorbeeld eveneens een
2-cellige accu).
144
LiPo CHARGE
3.0A
3.7V(1S)
R: 2SER S: 2SER
CANCEL (STOP)
R: 2SER S: 2SER
CONFIRM (ENTER)