Verhelpen van storingen
U heeft met dit apparaat een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is
ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Daarom wordt hieronder beschreven, hoe eventuele storingen verholpen kunnen worden:
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht!
Er is geen geluid hoorbaar:
› Een apparaat in de afspeelketen is niet ingeschakeld.
› Op de versterker is de verkeerde ingang geselecteerd.
› Op de versterker werd de toets EXTERNAL PROCESSOR (6) ingedrukt, maar het aangesloten
apparaat is niet ingeschakeld of er is geen apparaat aangesloten.
› De volumeregelaar VOLUME (5) staat op minimum.
Een kanaal werkt niet:
› Er is een cinchkabel van de geluidsbron (bijv. cassettedeck) of versterkeringang los geraakt.
› Een luidsprekerkabel is uit de luidsprekerklemmen los geraakt.
Er is een brommend geluid hoorbaar:
› De ingang van de versterker wordt met een te groot signaal aangestuurd.
› Het volume is te hard ingesteld zodat het geluid van de luidsprekers vervormd raakt.
› De klankregelaars voor Bass en hoge tonen zijn de ver opengedraaid.
› De aardverbinding van de aardingsklem is niet aanwezig of is los geraakt (alleen bij phono-
weergave).
› Een cinchkabel is defect.
Er treedt vervorming op:
› De ingang van de versterker wordt met een te groot signaal aangestuurd.
› Het volume is te hard ingesteld zodat het geluid van de luidsprekers vervormd raakt.
› De geluidsbron is een apparaat met een hoog niveau en is per ongeluk op de phono-ingang
van de versterker aangesloten.
104
Hoofdstuck 9
Verhelpen van storingen
9
De weergave vindt plaats zonder basgeluid:
› Een luidspreker is verkeerdom aangesloten.
› De regelaar BASS (15) op de versterker staat op minimum.
De weergave vindt plaats zonder hoge tonen:
› De regelaar TREBLE (14) op de versterker staat op minimum.
Andere dan genoemde reparaties mogen alleen door een bevoegde vakman wor-
den gedaan.
Hoofdstuck 9
105
Verhelpen van storingen