Eenpuntskalibraties van tempera-
tuur en relatieve vochtigheid
CAL1: met CAL1 (eenpuntskalibratie) kunt
u de offsetwaarde voor sensor 1 (tempera-
tuur) instellen. De offsetwaarde wordt in de
onderste displayaanduiding weergegeven.
Maximaal kunnen ± 10 °C of ± 10 °F worden
ingesteld.
U kunt kiezen via
via
U kunt de fabrieksinstellingen opnieuw activeren door de offset-
waarde op 0.0 te zetten.
en
, en bevestigen
.
Gebruiksaanwijzing – Nederlands
CAL2: met CAL 2 (eenpuntskalibratie) kunt u
de offsetwaarde voor sensor 2 (relatieve
vochtigheid) instellen. De offsetwaarde draait
de merklijn om het onderste offsetpunt (11 %
r.v.). Het offsetpunt moet binnen het bereik
van 30 % tot 95 % r.v. liggen. De offset-
waarde wordt in de bovenste displayaan-
duiding weergegeven. Maximaal kan ± 10 %
r.v. worden ingesteld. U kunt CAL 2 alleen
selecteren voor de eenheid % r.v.
U kunt kiezen via
via
U kunt de fabrieksinstellingen opnieuw activeren door de offset-
waarde op 0.0 te zetten.
en
, en bevestigen
.
E - 06