Inbouwen/Vervangen Batterij; Uitvoeren Van Een Meting - Conrad 2050 Bedienungsanleitung

Inbouw/vervangen batterij
Opdat uw meter feilloos functioneert, moet deze voorzien worden
van een 9-V-blokbatterij. Als het onderste groene LED tijdens de
meting knippert of uitgaat, moet u er aan denken dat u de batterij
vervangt. Deze aanduiding van „onderspanning" geschiedt bij een
batterijspanning (belast) van minder dan 6,5 V. Voor het vervangen
van de batterij handelt u als volgt:
Verwijder het batterijvakdeksel door licht te drukken op en in de
richting van de pijlmarkering. Haal de verbruikte blokbatterij uit het
batterijvak en maak deze voorzichtig los van de aansluitclip. Ver-
vang de verbruikte batterij door een nieuwe van hetzelfde type. Ge-
bruik alleen alkaline batterijen. Nadat de batterij vervangen is, sluit
u het batterijvak weer zorgvuldig. Let er daarbij op, dat de bedra-
ding van de aansluitclip niet geplet wordt.
Gebruik de meter in geen geval in geopende toe-
stand. Laat geen verbruikte batterijen in het appa-
raat zitten, omdat zelfs tegen uitlopen beschermde
batterijen kunnen roesten en er daardoor chemica-
liën vrij kunnen komen, die schadelijk zijn voor uw
gezondheid resp. het batterijvak vernielen. Ver-
bruikte batterijen zijn klein chemisch afval en moe-
ten daarom milieuvriendelijk verwijderd worden.
Hiervoor vindt u in winkels e.d. speciale inzamelb-
akken.
38
Gebruik
Schakel de EMV-Detector in door de schakelaar op „Bereik I" of
„Bereik II" te zetten. Als er zich in de onmiddellijke nabijheid van de
detector geen elektromagnetische „bron" bevindt, moet het groene
Led voor „in werking" oplichten.

Uitvoeren van een meting

Hieronder wordt een meting algemeen beschreven, daarna een
meetvoorbeeld van het meten van een monitor. Vanaf een optische
aanduiding van 10 mG (rode Led) klinkt er een akoestisch waar-
schuwingssignaal in de vorm van een intervaltoon.
a) Algemene meting
Handel als volgt:
a1 schakel de EMV-detector in m.b.v. de schuifschakelaar („I" of
„II"). Na een korte stabiliseringsfase is de meter klaar voor
gebruik.
a2 Houd de meter nu eerst horizontaal in de richting van het te
controleren elektrische apparaat.
a3 Let op de verandering van de aanduiding afhankelijk van de
afstand tot de elektrische verbruiker.
a4 Probeer nu door de meter te draaien (steeds op het object
gericht), naar links of rechts, de maximale aanduiding te be-
palen.
Aanwijzing!
Als het meetobject (de elektrische verbruiker) uitgeschakeld
wordt, zouden de Leds op de meter uit moeten gaan, afgezien
van de aanduiding dat hij in gebruik is, in het andere geval
wordt een elektromagnetisch veld weergegeven.
39