Extra apparatuur aansluiten
Als u andere apparaten moet aansluiten, volg dan onderstaande afbeelding:
* TAM: Antwoordapparaat telefoon
** FoIP: Fax over internetprotocol
Faxinstallatietesten
De faxtest doet het volgende:
●
Test de faxhardware
●
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is
aangesloten op de printer
●
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort
is aangesloten
●
Controleert de aanwezigheid van een kiestoon
●
Controleert op de aanwezigheid van een actieve
telefoonlijn
●
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
Fax gebruiken
Een standaardfax versturen
1. Plaats uw document met de afdrukzijde naar beneden
tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat of met
de afdrukzijde naar boven in de documentaanvoer.
2. Druk op het pictogram Fax op het startscherm.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok
of selecteer een verkort nummer.
Tip: Om een pauze in het faxnummer toe te voegen,
raakt u meermaals * aan tot een streepje (-) verschijnt
op het beeldscherm.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Tip: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de
kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is,
kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Meer informatie
Voor meer informatie over andere manieren om faxen
te verzenden, zoals het plannen van een faxverzending
of het verzenden van faxen naar een computer, verwijzen
we naar de gebruikershandleiding. (Voor meer informatie,
zie "Gebruikershandleiding" op pagina 49.)
1. Wandcontactdoos telefoon
2. Parallelle splitter
3. DSL/ADSL-modem
4. Antwoordapparaat telefoon
5. Telefoon
6. ISDN-wandcontactdoos
7. Terminaladapter of ISDN-router
8. Breedbandmodem
9. DSL/ADSL-filter
10. Analoge telefoonadapter
Faxtest uitvoeren:
1. Druk in het startscherm op
vervolgens Configuratie aan.
2. Raak Hulpprogramma's aan, en raak daarna
Faxtest uitvoeren aan. Als de test is mislukt,
bekijkt u het rapport voor informatie over het oplossen
van het probleem, voert u de voorgestelde wijzigingen
uit en voert u de test opnieuw uit.
Een fax via een extra telefoontoestel verzenden
1. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op
de telefoon.
Opmerking: Gebruik het toetsenblok op het
bedieningspaneel van de printer niet wanneer
u een fax verzendt met behulp van deze methode.
2. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met
de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt.
Opmerking: Als een faxapparaat de oproep
beantwoordt, hoort u de faxtonen van het
ontvangende apparaat.
3. Plaats uw document met de afdrukzijde naar
beneden tegen de rechterbenedenhoek van
de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven
in de documentaanvoer.
4. Druk op het pictogram Fax op het startscherm.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden,
raakt u Start zwart-wit of Start kleur aan.
6. Selecteer Fax verzenden indien gevraagd.
Als u met de ontvanger in gesprek bent, vraagt u om de
ontvangst van de fax te starten zodra hij of zij de faxtonen
hoort op het faxtoestel. Zodra de printer begint te faxen,
kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven. Mogelijk
hoort u de faxtonen tijdens het doorsturen niet.
53
(pijltje rechts) en raak