Plaatsen Van Het Apparaat - Oase MIDI Floating Fountain LM 230 V, 1.1 kW Gebrauchsanleitung

Plaatsen van het apparaat

MIDI Floating Fountain LM opstellen (M-O)
Houd bij het opstellen van het apparaat rekening met het door de betreffende spuitmond geproduceerde waterbeeld.
Objecten buiten de vijver dienen niet door het water te worden geraakt. Dit geldt in het bijzonder voor elektrische instal-
laties (M).
Het apparaat drijft op het water. Zorg dat de minimale waterdiepte gewaarborgd is. Om het apparaat op zijn plaats te
houden, worden de bijgeleverde draadkabels met één kant aan het apparaat bevestigd en met de andere kant aan de
oever of op de bodem van de vijver verankerd.
Verankering aan de oever (N): Kort drie draadkabels in tot de gewenste lengte. Leg de draaduiteinden (28) elk in een
lus en schroef ze vast met de draadklemmen (29). Bevestig elke draad met een karabijnhaak (27) in een schroefoog
(32) van de drijver. Sla de drie haringen (30) op de oever in de grond. Belangrijk: Om te voorkomen dat het apparaat
kan bewegen, moeten de aangegeven hoeken (33) van de spandraden worden aangehouden. Laat het apparaat te
water en bevestig de draden met karabijnhaken (27 aan de haringen (30). Let op: Zorg voor trekontlasting van de
aansluitkabel (31) en bescherm de netstekker tegen vocht!
Verankering van het apparaat aan de vijverbodem (O): Kort drie draadkabels in tot de gewenste lengte. Leg de draa-
duiteinden (28) elk in een lus en schroef ze vast met de draadklemmen (29). Bevestig elke draad met een karabijnhaak
(27) in een schroefoog (32) van de drijver. Ter verankering aan de vijverbodem kunnen bijvoorbeeld de bijgevoegde
schroefhaken (34) met pluggen in drie voldoende zware stenen worden bevestigd. Bevestig de drie draden met karabi-
jnhaken (27) aan de schroefhaken (34), laat de stenen naar de bodem van de vijver zinken en leg het apparaat in het
water. Let op: Zorg voor trekontlasting van de aansluitkabel (31) en bescherm de netstekker tegen vocht!
Control Box (35) / motorbeveiliging (36) opstellen (M, P)
Plaats de Control Box /motorbeveiliging op een afstand van minstens 2 meter van de vijver. Monteer de Control Box zo
dat de elektrische kabels omlaag hangen. Control Box / motorbeveiliging voldoen aan beschermklasse IP 42. Daarom
bij montage buitenshuis een beschermende afdekking tegen binnendringend vocht over de Control Box / motorbeveili-
ging installeren.
Ingebruikneming
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning!
Mogelijke gevolgen: De dood of zware verwondingen.
Veiligheidsmaatregelen: Voordat u in het water gaat en voordat u werkzaamheden aan het apparaat uit-
voert, de netspanning uitschakelen en tegen onbedoeld inschakelen beveiligen.
In- en uitschakelen (Q)
Aanwijzing: Op de netaansluitleiding van het apparaat is als netstekker een randaardestekker (37) of een CEE-
stekker (39) gemonteerd.
Inschakelen:
 Bij 1,1-kW-apparaat (230 V) de randaardestekker (37) in het geaarde stopcontact steken. Het apparaat schakelt
zichzelf automatisch in als de elektrische aansluiting tot stand wordt gebracht.
 Bij 2,2-kW-apparaat en 4-kW-apparaat (400 V) de CEE-stekker (39) in het CEE-stopcontact steken en de scha-
kelaar groen (41) op de motorbeveiliging (36) drukken.
Uitschakelen: Randaardestekker (37) / CEE-stekker (39) uit het stopcontact trekken.
De Control Box (35) en de motorbeveiliging (36) dienen ter beveiliging van de motor. Bij overbelasting wordt de pomp
uitgeschakeld.
Functies van de knop resp. de schakelaar:
 Knop (38): Druk de knop in om de motor weer te laten lopen.
 Schakelaar rood (40): Druk op de schakelaar om de motorbeveiliging te activeren. De motor wordt uitgeschakeld.
 Schakelaar groen (41): Druk de knop in om de motor weer te laten lopen.
Lees ook de paragraaf "Verhelpen van storingen".
- NL -
25