▶
Buig de buizen slechts één keer in hun definitieve posi-
tie. Gebruik een buigveer of een buiggereedschap om
knikken te vermijden.
▶
Zorg voor een trillingscompensatie. Buig de buis zodanig
dat de omegabocht ontstaat, zoals weergegeven op de
afbeelding.
▶
Zorg ervoor dat de koudemiddelleidingen de muur niet
raken.
▶
Gebruik voor de bevestiging een geïsoleerde muurklem
(koudeklem).
▶
Plaats de koudemiddelleidingen in de wanddoorvoer met
licht verval naar buiten.
5.2.2
Binneneenheid
▶
Plaats de koudemiddelleidingen van de wanddoorvoer
naar de binnenunit (→ Installatiehandleiding van de bin-
nenunit).
5.3
Afdekking van de serviceventielen
demonteren
1.
Verwijder de schroeven aan de bovenste rand.
2.
Maak de afdekking los door het optillen uit de vergren-
deling.
5.4
Buiseinden afkorten en ombuigen
Voorwaarden: Koperbuis zonder flens
▶
Houd de buiseinden bij de bewerking naar onderen.
Vermijd het indringen van metaalspanen, vuil of vocht.
1
▶
Kort de koperbuis met een buissnijder (1) in een rechte
hoek af.
▶
Ontgraat het buiseinde (2) aan binnen- en buitenzijde.
Verwijder alle spanen zorgvuldig.
▶
Schroef de flensmoer aan het bijbehorende serviceven-
tiel eraf.
0020243714_00 aroTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
▶
Schuif de flensmoer (3) op het buiseinde.
▶
Gebruik een flensgereedschap voor een flens conform
SAE-standaard (90°-flens).
▶
Leg het buiseinde in de passende matrijs van het flens-
gereedschap (1). Laat het buiseinde 1 mm uitsteken.
Span het buiseinde in.
▶
Verbreed het buiseinde (2) met het flensgereedschap.
5.5
Koudemiddelleidingen aansluiten
5.5.1
Buiteneenheid
2
1.
Breng een druppel flensolie aan de buitenzijden van de
buiseinden aan.
2.
Sluit de heetgasleiding (2) aan. Draai de flensmoer
vast. Borg hierbij het serviceventiel met een tang.
Product
VWL 35/5 en
VWL 55/5
VWL 75/5 tot
VWL 125/5
3.
Sluit de vloeistofleiding (1) aan. Draai de flensmoer
vast. Borg hierbij het serviceventiel met een tang.
Product
VWL 35/5 en
VWL 55/5
VWL 75/5 tot
VWL 125/5
5.5.2
Binneneenheid
▶
Sluit de heetgasleiding en de vloeistofleiding op de bin-
nenunit aan (→ installatiehandleiding, binnenunit).
Hydraulische installatie 5
90°
1
2
3
1
2
Buisdiameter
1/2 "
5/8 "
Buisdiameter
1/4 "
3/8 "
1
Aanhaalmoment
50 tot 62 Nm
63 tot 77 Nm
Aanhaalmoment
14 tot 18 Nm
33 tot 42 Nm
105