Onderhoud
GEVAAR
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Filter voor grof vuil/vlakvouwfilter of
afzuigfilter vervangen
Filterafdekking openen.
Filter voor grof vuil/vlakvouwfilter of af-
zuigfilter vervangen.
Filterafdekking sluiten, moet hoorbaar
in elkaar sluiten.
Vlotter reinigen
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Vlotter met een vochtige doek reinigen.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Veiligheidsschakelaar kan niet
ingeschakeld worden
Contactdoos van de stroomvoorziening
door een electricien laten controleren.
Netstekker van het apparaat op een an-
dere contactdoos van een ander
stroomcircuit aansluiten.
Klantendienst contacteren.
Veiligheidsschakelaar schakelt bij
het inschakelen van de zuiger
opnieuw uit
Klantendienst contacteren.
Zuigturbine start niet
Stekker en zekering van de stroom-
voorziening controleren.
Stroomkabel en stekker van het appa-
raat controleren.
Inschakelknop van de veiligheidsscha-
kelaar indrukken.
Apparaat inschakelen.
Vlotter controleren.
40
Zuigturbine schakelt uit
Afvoerpomp inschakelen.
Zuigkracht wordt minder
Verstoppingen uit zuigmondstuk, zuig-
buis, zuigslang of filter voor grof vuil
verwijderen.
Filterzakken van papier of vlieseline
vervangen.
Filterafdekking goed vastklikken.
Membraanfilter onder stromend water
reinigen c.q. vervangen.
Vlakvouwfilter vervangen.
Aftapslang controleren op dichtheid.
Controleren of de vlakvouwfilter correct
geplaatst is.
Controleren of de filter voor grof vuil
correct geplaatst is.
Er ontsnapt stof bij het droogzuigen
Vlakvouwfilter inbouwen.
Controleren of de vlakvouwfilter correct
geplaatst is.
Vlakvouwfilter vervangen.
Afvoerpomp draait niet
Contactdoos van het apparaat controle-
ren.
Vastgeklemde vlotterschakelaar in het
reservoir losmaken.
Vastgeklemd loopwiel van de pomp los-
maken.
Afvoerpomp pomt weinig
Afvoerslang knikvrij leggen.
Afvoerslang op verstopping controle-
ren.
Klantenservice
Indien de storing niet kan worden opge-
lost, moet het toestel door de klanten-
dienst gecontroleerd worden.
– 5
NL