De batterij plaatsen
1. Schuif het batterijklepje open.
2. Plaats de bijgeleverde li-ion-batterij in het batterijvak. Zorg ervoor dat
de metalen contacten uitgelijnd zijn op de contacten in het batterijvak.
3. Sluit de klep van het batterijvak nadat u de batterijen correct hebt
geïnstalleerd.
De batterij opladen
Laat de batterij gedurende minstens 8 uur opladen voordat u deze voor de eerste keer
gebruikt.
1. De kabel aansluiten.
Sluit het ene uiteinde van de bijgeleverde wisselstroomadapter aan
op de USB-poort van de camcorder en het andere uiteinde op het
stopcontact.
OF
Sluit het ene uiteinde van de bijgeleverde USB-kabel aan op
de USB-poort van de camcorder en het andere uiteinde op een
ingeschakelde pc. Zorg ervoor dat de camcorder is uitgeschakeld.
2. De ladings-LED licht rood op en het opladen wordt gestart.
3. Wanneer het opladen wordt onderbroken of de batterijdoos volledig is opgeladen, goat
de LED uit.
Als u een pc gebruikt om de batterij op te laden, mag u de camcorder niet
inschakelen, anders wordt het opladen gestopt.
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel)
Om een geheugenkaart te plaatsen, gaat u als volgt te werk:
(1) Open de batterijklep.
(2) Duw de kaart zoals aangegeven voorzichtig naar binnen tot de kaart de onderkant
van de sleuf bereikt.
Om de geheugenkaart te verwijderen, duwt u voorzichtig tegen de kaart tot deze uit de
sleuf springt. Trek vervolgens de kaart uit de sleuf.
Uw camera in-/uitschakelen
Open het LCD-scherm of houd de voedingsknop gedurende 1 seconde ingedrukt om
de camcorder in te schakelen.
Houd de voedingsknop gedurende 1 tot 3 seconden ingedrukt of sluit het LCD-scherm
om de camcorder uit te schakelen.
Als de camcorder gedurende een langere periode inactief blijft, kan het
toestel automatisch uitschakelen door de instelling voor het Automatisch
uitschakelen.