3. Veiligheidsinstructies
3.1. Onbevoegde personen
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclusief
kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of intellectue-
le vermogens en/of onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij dit
gebeurt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoor-
delijke persoon of de personen zijn geïnstrueerd in het juiste ge-
bruik van het apparaat. Kinderen moeten onder toezicht staan
om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
• Berg het apparaat en de accessoires buiten bereik van kinderen
op.
90 van 162