De resterende-acculadingindicator is onjuist.
Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
•
Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk
•
resterende acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de
aanduiding van de resterende-acculadingindicator te corrigeren.
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (pagina 9).
•
•
De accu is niet meer bruikbaar. Vervang deze door een nieuwe.
De accu kan niet worden opladen terwijl deze in de camera zit.
U kunt de accu niet opladen met behulp van het multi-uitgangenstation (bijgeleverd) of de
•
netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Gebruik de acculader (bijgeleverd) om de accu op te laden.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo" (pagina 33). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (pagina 19).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Zet de functieknop in de gewenste stand.
•
Het beeldformaat is ingesteld op [1280×720(Fijn)] of [1280×720(Standaard)] en de "Memory
•
Stick Duo" is geplaatst bij het opnemen van bewegende beelden. Doe een van de volgende
dingen:
Stel het beeldformaat in op [VGA].
–
Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
–
Bij het opnemen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Het smeereffect treedt op en witte, zwarte, rode, paarse en andere strepen verschijnen in het
•
beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
36