Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Datalogger

Intervaltijd veranderen
De intervaltijd van de geïntegreerde datalogger kan worden ingesteld tussen 1 en 59
seconden. De datalogger legt in de REC-modus om het gegeven interval een meet-
waarde vast.
Voor het instellen gaat u als volgt te werk:
- Schakel het meetapparaat uit (toets 11)
- Houd de toets „Licht" (8) ingedrukt en schakel het apparaat in. Houd
de beide toetsen zo lang ingedrukt, tot op het display „Int" zichtbaar
wordt.
- Druk op de toets „LEVEL", om de intervaltijd in seconden in te stel-
len. Houd de toets ingedrukt, om de waarde snel te kunnen instel-
len. De instelling gebeurt alleen omhoog, en begint aan het einde
weer terug van onder af.
- Sluit het instellen absoluut af met de toets „HOLD": anders wordt de
instelwaarde niet opgeslaan.
Registratie starten
Nadat de setup-instellingen en de interval-tijd zijn ingesteld, kan de meetwaarderegi-
stratie worden gestart.
- Schakel het meetapparaat in (toets 11) en selecteer de gewenste meetparameters
(meetbereik, filter enz.).
- Druk op de toets „REC". De registratie begint. In het display verschijnt het symbool
„REC" (2G).
- De registratie wordt beëindigd, als u nogmaals op de toets „REC" drukt.
Om dataverlies te vermijden, mag u het apparaat pas uitschakelen,
zodra de registratie beëindigd is (indicatie „REC" is niet zichtbaar).
- De vastgelegde data kunnen alleen via de interface worden uitgelezen.
- Als het volledige geheuigen vol is, wordt er op het display „FULL" zichtbaar. Wis
het geheugen na de dataoverdracht.
64

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis