Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Mercedes-Benz QUICKPARK-System Betriebsanleitung Seite 38

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 5
36
Inbouw van het QUICKPARK-sys-
teem
De montage van het QUICKPARK-systeem
dient door een gekwalificeerde vakwerk-
plaats te worden uitgevoerd.
Mercedes-Benz adviseert u hiervoor een
Mercedes-Benz Service-steunpunt.
Algemene aanwijzingen
!
Bij het inparkeren in het bijzonder op
obstakels letten die zich onder of boven de
sensoren bevinden, bijvoorbeeld bloem-
bakken of aanhangwagendissels. Das
QUICKPARK-systeem herkent dergelijke
voorwerpen niet van dichtbij. De auto of
het object kan dan worden beschadigd.
De sensoren moeten om goed te kunnen
werken vrij zijn van vuil, ijs of natte
sneeuw. Ze kunnen anders niet op juiste
wijze functioneren. Daarom moeten de
sensoren regelmatig worden gereinigd;
hierbij ervoor zorgen dat er geen krassen
of beschadigingen op de sensoren ont-
staan ( pag. 37).
De sensoren herkennen sneeuw en voor-
werpen, die de ultrasone geluidsgolven ab-
sorberen, mogelijk niet.
Ultrasone bronnen zoals een wasstraat, de
luchtdrukremsystemen van vrachtwagens
of een persluchthamer kunnen het
QUICKPARK-systeem storen.
Op ruw terrein functioneert het
QUICKPARK-systeem eventueel niet op
juiste wijze.
Rijd bij het parkeren langzaam naar hinder-
nissen, zoals dit bij gebruikelijke parkeersi-
tuaties het geval is. Vermijd snel
achteruitrijden in de richting van een hin-
dernis, ander kan het QUICKPARK-sys-
teem te laat waarschuwen.
Minimumafstand
De minimumafstand tussen sensoren en
een obstakel bedraagt ca. 30 cm.
Als zich binnen deze afstand een object
bevindt, klinkt er een ononderbroken sig-
naal. Als de minimumafstand wordt over-
schreden, wordt de afstand eventueel niet
meer aangegeven.
Waarschuwingssignaal
Als er een obstakel aanwezig is, wordt dit
door intervaltonen weergegeven. De fre-
quentie van de intervaltonen neemt toe,
naar mate de auto het obstakel nadert. In
de directe nabijheid van een obstakel
wordt de intervaltoon een ononderbroken
signaal.
Achteruitrijden parallel t.o.v. een muur
Bij het achteruitrijden parallel aan een
muur met een afstand van minder dan 30
cm, klinkt een ononderbroken signaal. Dit
betekent, dat obstakels achter de auto niet
akoestisch kunnen worden gemeld. Als de
zijlingse afstand tot een muur groter is dan
30 cm, klinkt een intervaltoon en obsta-
kels achter de auto kunnen pas vanaf een
afstand van ca. 30 cm akoestisch worden
gemeld. De intervaltoon verandert dan in
een ononderbroken signaal.
Dynamische zone
M+P-03F-5434

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis