Conrad 62FEQ Bedienungsanleitung Seite 10

(10) Eingangspegel-Regler (INPUT GAIN)
Mit diesem Regler stellen Sie den Eingangspegel am Equalizer ein. Das Ein-
gangssignal kann abgeschwächt (Regler entgegen dem Uhrzeigersinn drehen)
sowie auch erhöht werden (Regler im Uhrzeigersinn drehen). In Stellung „0" ist
der Eingangspegel-Regler in Neutralstellung.
Der Reglerbereich liegt von „-12dB" bis „+12dB".
(11) DISPLAY-THRESHOLD-Regler
Mit diesem Regler stellen Sie die Einsatzschwelle für die LED-Frequenzspektrum-
Anzeige ein. Wird der Regler nach links gedreht, ist die Anzeige empfindlicher, die
LED-Anzeige leuchtet bereits bei geringeren Pegeln. Wird der Regler nach rechts
gedreht, setzt die Anzeige später ein. Die Anzeige ist unempfindlicher.
(12) GAIN-REDUCTION-Anzeige
An dieser Anzeige können Sie ablesen, in welchem Maße der Pegel durch den
Limiter reduziert wird.
(13) Ausgangspegel-Anzeige
An dieser Anzeige können Sie den Ausgangspegel des Gerätes ablesen.
Leuchtet die rote Anzeige-LED auf, ist der Ausgangspegel zu hoch, reduzieren
Sie in diesem Fall den Eingangspegel mit dem Eingangspegelregler (10).
(14) Audio-Eingänge (INPUT)
Das Gerät verfügt über drei verschiedene Anschlussarten für den Eingang.
Über jeweils einen dieser Eingänge wird das Audio-Quellgerät (z.B. ein CD-
Spieler) mit dem Equalizer verbunden.
• Klinkeneingang
6,3mm Klinkeneingang in symmetrischer Ausführung
• XLR-Eingang
XLR-Eingang in symmetrischer Ausführung
• Klemmleisten-Eingang
Abnehmbarer Klemmleisten-Eingang zum Anschluss eines Kabels mit offe-
nen Enden
Eine Beschreibung der jeweiligen Anschlussbelegung finden Sie
im Kapitel „Anschluss".
Bitte beachten Sie, dass immer nur eine Eingangsart angeschlos-
sen ist. Benutzen Sie entweder den Klinken- oder den XLR- oder
den Klemmleisteneingang.
gleichzeitig angeschlossen, können Störungen auftreten oder
Geräte beschädigt werden. Schließen Sie Mikrofone nicht direkt
an den Equalizer an, dies ergibt eine Fehlanpassung.
12
Werden mehrere Eingangsarten
Zorg ervoor, dat er altijd maar één soort uitgang is aangesloten.
Gebruik de jackplug-, XLR- of contactstripuitgang. Als meerdere
soorten uitgangen gelijktijdig worden aangesloten, kunnen er sto-
ringen optreden of apparaten beschadigd raken.
b) Selectie van de voedingsspanning en aansluiting van de
voedingsspanning
De equalizer en alle aangesloten apparaten moeten uitgeschakeld
zijn.
Voor een volledige loskoppeling van het net moet de netstekker
van de equalizer uit de contactdoos worden getrokken. De wand-
contactdoos moet daarom gemakkelijk bereikbaar zijn, zodat de
netstekker indien nodig ongehinderd uit de contactdoos kan wor-
den getrokken.
Let er voordat de stekker wordt ingestoken op, dat de ingestelde
apparaatspanning op de equalizer overeenkomt met de beschik-
bare netspanning. Als de gegevens niet overeenkomen met de
beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij
een verkeerde voedingsspanning ontstaat zware schade.
Bij gebruik van verlengsnoeren dient u er zeker van te zijn dat
deze geschikt zijn voor de desbetreffende belasting en geaard
zijn.
• Controleer voor de aansluiting van het netsnoer de instelling van de spannings-
keuzeschakelaar (20). De ingestelde spanning moet overeenkomen met de net-
spanning waarop de equalizer moet worden aangesloten. Pas indien nodig, met
de spanningskeuzeschakelaar (20), de apparaatspanning aan aan de plaatselij-
ke netspanning. U kunt kiezen tussen 230V~ of 115V~ apparaatspanning.
• Steek het meegeleverde netsnoer in de netaansluitbus (18) van de equalizer.
Steek de netstekker van het netsnoer in een randgeaarde contactdoos.
93