Inhaltsverzeichnis
Werbung
andere Verfahrensweisen ausgeführt werden, kann dies
zu gefährlicher Strahlungsexposition führen.
Sollten sich Fragen ergeben, die nicht im Laufe der
Bedienungsanleitung abgeklärt werden, so setzen
Sie sich bitte mit unserer technischen Auskunft
oder einem anderen Fachmann in Verbindung.
• Messgeräte und Zubehör sind kein Spielzeug und
gehören nicht in Kinderhände!
• In gewerblichen Einrichtungen sind die Unfallverhü-
tungsvorschriften des Verbandes der gewerblichen
Berufsgenossenschaften für elektrische Anlagen und
Betriebsmittel zu beachten.
• In Schulen und Ausbildungseinrichtungen, Hobby-
und Selbsthilfewerkstätten ist der Umgang mit Mess-
geräten durch geschultes Personal verantwortlich zu
überwachen.
• Wenn anzunehmen ist, dass ein gefahrloser Betrieb
nicht mehr möglich ist, so ist das Gerät außer Betrieb
zu setzen und gegen unbeabsichtigten Betrieb zu
sichern. Es ist anzunehmen, dass ein gefahrloser
Betrieb nicht mehr möglich ist, wenn:
- das Gerät sichtbare Beschädigungen aufweist,
- das Gerät nicht mehr arbeitet und
- nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhält-
nissen oder
- nach schweren Transportbeanspruchungen.
• Schalten Sie das Messgerät niemals gleich dann ein,
wenn dieses von einem kalten in einen warmen
Raum gebracht wird. Das dabei entstandene Kon-
denswasser kann unter Umständen Ihr Gerät zer-
stören. Lassen Sie das Gerät uneingeschaltet auf
Zimmertemperatur kommen.
• Lassen Sie das Verpackungsmaterial nicht achtlos
liegen, Plastikfolien/-tüten, Styroporteile, etc., könn-
ten für Kinder zu einem gefährlichen Spielzeug wer-
den.
8
• Richt de laserstraal in een hoek van +/- 45° op de
reflectiemarkering; de afstand van toerentalmeter tot
de markering kan maximaal 100 cm bedragen. Bij
juiste reflectie verschijnt bovenaan rechts in de dis-
play een registratiesymbool "((o))", dat in de registra-
tiepuls van de reflectiemarkering knippert resp. bij
hogere toerentallen continu verschijnt.
• In de aanduiding (3) wordt nu het toerental in "RPM"
= omwentelingen per minuut getoond.
• Bij zeer langzaam draaiende voorwerpen kunnen
meetfouten ontstaan; dit kan men eenvoudig voorko-
men door aanbrengen van meerdere reflectiemarke-
ringen, die gelijkmatig om het draaiende voorwerp
worden geplakt. Het meetresultaat moet dan alleen
door het aantal geplakte markeringen worden gedeeld.
c) Aflezen van het meetwaardegeheugen
De toerentalmeter bezit een meetwaardegeheugen,
waarin de kleinste meetwaarde (dn), de laatst gemeten
meetwaarde (LA) en de grootste meetwaarde (UP)
opgeslagen wordt. Voor het aflezen gaat u als volgt te
werk:
• Meting is beëindigd en er wordt geen waarde meer in
de aanduiding getoond.
• Druk nu op de "MEMORY"- knop (4) en houdt deze
ingedrukt; in de aanduiding wordt nu een meetwaar-
de, die wisselend met de benaming "LA , UP of dn"
49
Werbung
Inhaltsverzeichnis
