Algemene Inlichtingen; Inhoud; Belangrijke Opmerkingen - elco VECTRON G 01.40 Betriebsanleitung

Algemene inlichtingen

Inhoud

Algemene inlichtingen
Starten
Montage
Ingebruikname
Zorg voor goede werking

Belangrijke opmerkingen

De branders VECTRON G 01.40/55/85
zijn bestemd voor het verbranden met
lage uitstoot van schadelijke stoffen van
aard- en propaangas. De opbouw en de
werking ervan zijn conform met de
rechtlijnen en de verschriften die van
kracht zijn.
De montage, de ingebruikname en het
onderhoud mogen alleen worden
uitgevoerd door erkende specialisten,
waarbij de richtlijnen en de
voorschriften die van kracht zijn in acht
dienen te worden genomen.
De opbouw en de werking van de
branders zijn conform norm EN 676. De
uitstootwaarden van NOx < 70 mg/kWh
worden bereikt in de
controle-omstandigheden die door norm
EN 676 worden bepaald. Afhankelijk
van de vorm van de
verbrandingskamer, van de belasting
van de verbrandingskamer en van het
keteltype (3-parcours ketel, ketel met
blinde verbrandingskamer), kunnen
verschillende waarden van de uitstoot
worden waargenomen. Voor de opgaaf
van de garantiewaarden dient rekening
te worden gehouden met de
omstandigheden die op de
meetinstallatie van toepassing is, met
toleranties en met de vochtigheid van
de lucht.
Beschrijving van de brander
De branders VECTRON G 01.40/55/85
zijn volautomatische
monoblok-branders. Ze zijn geschikt om
alle warmtegeneratoren uit te rusten die
conform zijn met norm EN 303 en die
zich bevinden in het overeenkomstige
vermogensbereik. De speciale
uitvoering van de branderkop, met
interne verbrandingsgasrecirculatie,
maakt een verbranding met lage
stikstofoxyde-uitstoot en met een hoog
rendement mogelijk.
Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Belangrijke opmerkingen . . . . . . . . . . . . . 17
Technische gegevens, werkingsbereiken . . . . . 18
Uitwendige afmetingen, beschrijving van de brander . 19
Gasverdeelbuis CG10 / CG15 . . . . . . . . . . 20
Veiligheidskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Verbindingskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Werkingsfunctie, veiligheidsfunctie . . . . . . . . 23
Montage van de brander, gasaansluiting
Werking met propaangas . . . . . . . . . . . . . 24
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . 25
Controle vóór de ingebruikname . . . . . . . . . 26
Instelling van de luchtpressostaat, meting
van de ionisatiestroom . . . . . . . . . . . . . . 26
Instelgegevens, luchtinstelling. . . . . . . . . . . 27
Instelling van de gasverdeelbuis CG10 . . . . . . 28
Instelling van de gasverdeelbuis CG15 . . . . . . 29
Onderhoudswerkzaamheden . . . . . . . . . . . 30
Voorlopige reparatie. . . . . . . . . . . . . . . . 31
Overzicht van de levering
De verpakking van de brander omvat:
1 flens voor de gasaansluiting
1 verdeelbuis met gasfilter
1 diafragma voor propaangas
1 branderflens met isoleer-afdichting
1 zakje met toebehoren voor de montage
1 map met technische documentatie
Om een veilige, milieuvriendelijke en
energie-spaarzame werking te
verzekeren, dienen volgende normen
in acht te worden genomen:
EN 676
Gasbranders met blaaslucht.
EN 226
Aansluiting van branders met
stookolieverstuiving en van
gasbranders met blaaslucht aan
warmtegeneratoren.
EN 60335-2
De veiligheid van elektrische apparaten
bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het
plaatsen van de leidingen en de
gasverdeelbuizen moet conform zijn
met de instructies van de
DVGW-TVR/TRGI-Gas.
Plaats voor de opstelling
De brander mag niet werken in ruimten
met een bijtende atmosfeer
(bijvoorbeeld sprays, perchloorethyleen,
tetrachloor), met sterke stofbelasting of
met een hoge vochtigheidsgraad
(wasvertrekken). moet een
toevoerlucht-opening aanwezig zijn,
met:
CH : tot 33 kW: 200 cm²
voor iedere volgende kW: + 6,0 cm²
DE: tot 50 kW: 150 cm²
voor iedere volgende kW: + 2,0 cm²
Plaatselijke voorschriften kunnen leiden
tot afwijkingen.
03/2005 - Art. Nr. 13 018 041A
Pagina
Verklaring van overeenstemming
voor gasbranders met blaaslucht
Wij, CEB,
18, Rue des Bûchillons Ville-La-Grand
F-74106 ANNEMASSE Cedex
verklaren, op eigen exclusieve
verantwoordelijkheid, dat volgende
producten:
VECTRON G 01.40
VECTRON G 01.55
VECTRON G 01.85
conform zijn met de volgende normen:
EN 50165
EN 60335
EN 60555-2
EN 60555-3
EN 55014
EN 676
conform met de bepalingen van de
richtlijnen
90 / 396 / EEG Richtlijn gasapparaten
89 / 336 / EEG EMC-richtlijn
(Elektromagnetische
compatibiliteit)
73 / 23 / EEG Richtlijnen
laagspanning
92 / 42 / EEG Rendementrichtlijn.
Deze producten dragen de
CE-markering.
Gedaan te Annemasse, op 1 april
2002.
J. HAEP
Schade die aan volgende oorzaken
te wijten is, wordt niet door onze
garantie gedekt:
ongepast gebruik
-
foutieve montage en/of reparatie
-
door de koper of door derden, met
inbegrip van monteren van
onderdelen van andere fabrikanten.
Opleveren van de installatie en
overhandigen van de
gebruikshandleiding
Wie de installatie uitvoert moet de
gebruiks- en onderhoudshandleidingen
overhandigen aan de gebruiker, en dat
wel uiterlijk op het ogenblik van het
opleveren van de installatie. Die
handleiding moet worden opgehangen
op een goed zichtbare plek in de ruimte
waar de warmtegnerator stat opgesteld.
Hierop moet het adres en het
telefoonnummer van de dichtste
reparatiedienst zijn vermeld.
Aanwijzingen voor de uitbater
De installatie moet ten minste jaarlijks
door een specialist worden
geïnspecteerd. Om ervoor te zorgen dat
zulks niet wordt vergeten, verdient het
aanbeveling een onderhoudscontract te
sluiten.
NL
17