Bosch PMD 10 Originalbetriebsanleitung Seite 54

OBJ_BUCH-1380-005.book Page 54 Tuesday, September 6, 2016 2:35 PM
54 | Nederlands
Werking (zie afbeelding A)
Met het meetgereedschap wordt de ondergrond van het sensorbereik 11 in
meetrichting z tot aan de max. meetdiepte gecontroleerd (zie „Technische gege-
vens"). Herkend worden voorwerpen van een ander materiaal dan het materiaal
van de muur.
Beweeg het meetgereedschap altijd in een rechte lijn met lichte druk over de on-
dergrond zonder het op te tillen of de aandrukkracht te veranderen. Tijdens de
meting moeten de glijders 10 altijd contact met de ondergrond hebben.
Meten
Plaats het meetgereedschap op het te onderzoeken oppervlak en beweeg het in
de richting van de x- en y-as. Als het meetgereedschap in de buurt van een voor-
werp komt, neemt de uitslag in de schaalverdeling f toe en wordt de ring 9 geel
verlicht. Als het meetgereedschap verder van het voorwerp verwijdert raakt,
neemt de uitslag af. Boven het midden van een voorwerp geeft de schaalverde-
ling f de maximale uitslag aan; de ring 9 wordt rood verlicht en er klinkt een ge-
luidssignaal. Bij kleine of diep liggende voorwerpen kan de ring 9 nog steeds geel
worden verlicht en het geluidssignaal uitblijven.
 Bredere voorwerpen worden niet over de volledige breedte door de ver-
lichte ring of het geluidssignaal aangegeven.
Wilt u de plaats van het voorwerp nauwkeuriger bepalen, dient u het meetge-
reedschap meermaals (3x) over het voorwerp heen en weer te bewegen.
Bredere voorwerpen in de ondergrond zijn door een aanhoudende hoge uitslag
van de schaalverdeling f herkenbaar. De ring 9 wordt geel verlicht. De duur van
de hoge uitslag komt ongeveer overeen met de breedte van het voorwerp.
Als u zeer kleine of diep liggende voorwerpen zoekt of als de schaalverdeling f
slechts gering uitslaat, beweegt u het meetgereedschap meermaals horizontaal
(x-as) en verticaal (y-as) over het voorwerp.
 Voordat u in de muur boort, zaagt of freest, dient u andere informatie-
bronnen te raadplegen om gevaren te voorkomen. Aangezien omgevings-
invloeden en de aard van de muur de meetresultaten kunnen beïnvloeden,
kan er gevaar bestaan, hoewel de indicatie geen voorwerp in het sensorbereik
aangeeft (er klinkt geen geluidssignaal en de verlichte ring 9 brandt groen).
Functies
Door de keuze van de functie bereikt u optimale meetresultaten. De maximale
meetdiepte voor metalen voorwerpen bereikt u in de functie „metaal". De maxi-
male meetdiepte voor niet-metalen voorwerpen bereikt u in de functie „droog-
bouw". Spanningvoerende leidingen worden in elke functie herkend.
Droogbouw
De functie „droogbouw" is geschikt voor het vinden van houten en metalen
voorwerpen en spanningvoerende leidingen in droogbouwwanden.
Druk op de toets 1 om de functie „droogbouw" te activeren. De indicatie h
wordt verlicht. Zodra u het meetgereedschap op de te onderzoeken ondergrond
plaatst, wordt de ring 9 groen verlicht en geeft deze aan dat het gereedschap ge-
reed is voor de meting.
In de functie „droogbouw" worden alle soorten voorwerpen gevonden en weer-
gegeven:
– Niet van metaal, bijv. houten balken
– Magnetisch, bijvoorbeeld betonwapening
– Niet magnetisch, maar van metaal, bijvoorbeeld koperbuis
– Spanningvoerend, bijv. stroomleiding
Aanwijzingen: In de functie „droogbouw" worden naast houten en metalen
voorwerpen, zoals spanningvoerende leidingen, ook andere voorwerpen weer-
gegeven, zoals met water gevulde kunststof buizen. In het display 7 verschijnt
voor deze voorwerpen de indicatie g voor niet-metalen voorwerpen.
1 609 92A 27G | (6.9.16) Bosch Power Tools