Inhaltsverzeichnis
Werbung
6. Installation der Antriebe
Hinweis:
Bevor Sie mit dem Einbau beginnen sollten Sie folgendes
beachten!
Sollte es notwendig sein die Antriebe bei der Installation ver-
stellen zu müssen, installieren Sie zuerst die Steuerung und
schließen die Antriebe an. Mit dem eigens vorgesehenen In-
stallations-Mode können die Antriebe per Knopfdruck manu-
ell mit den Tasten „AUF" und „ZU" verstellt werden
(siehe 7.2)
Um Kollisionen des Antriebes mit dem Tor zu vermeiden,
sollte sich die Befestigung am Torblatt bei geschlossenem
Tor ca. 3 cm am vorderen Ende befinden (Bild 6.1.2).
Um eine hohe Geschwindigkeit für kleine Tore bis 2 m zu er-
reichen, muß der Antrieb nahe am Drehpunkt des Tores be-
festigt werden (Bild 6.3).
Um eine langsame Geschwindigkeit für große Tore bis 4 m
zu erreichen, muß der Antrieb weiter weg vom Drehpunkt be-
festigt werden (Bild 6.4)
Der minimal zulässige Drehpunkt liegt bei A = 80 mm,
B = 100 mm, der maximal zulässige Drehpunkt liegt bei
A = 240 mm und B = 175 mm.
Bei Toren die an einer Mauer befestigt sind, muß man eine
Aussparung in Größe des Antriebes ausnehmen. Für die
Torgröße gilt das vorher Beschriebene.
Die Höhenplazierung hängt von den Gegebenheiten des To-
res ab. Wir empfehlen ca. 1/3 der Torhöhe.
Die Befestigung an gemauerten oder betonierten Säulen
muß mit geeigneten 8 mm dicken und 80 mm langen Me-
talldübeln erfolgen. Bei Holzsäulen sind geeignete 8 mm
Holzschrauben zu verwenden.
Die Kabeldurchführungen müssen unten sein
6. Installations des groupes moteurs
Remarque:
Avant de commencer le montage, vous devriez respecter ce qui
suit!
S'il devait être nécessaire de régler les entraînements au
moment de l'installation, installez tout d'abord la commande
et raccordez les entraînements. L'entraînement peut être
réglé manuellement d'une pression de touche avec les tou
ches „OUVRIR" et „FERMER" (cf. 7.2) au moyen du mode
d'installation prévu.
Pour éviter des collisions du groupe moteur avec la porte, il
faut que la fixation sur le battant de la porte se trouve, lors
que la porte est fermée, à env. 3 cm sur l'extrémité avant (fi
gure 6.1.2).
Pour atteindre une grande vitesse pour les petites portes jus
qu'à 2 m, le groupe moteur doit être fixé à proximité du cent
re de rotation (figure 6.3).
Pour obtenir une vitesse lente pour les grandes portes jus
qu'à 4 m, le groupe moteur doit être fixé plus éloigné du cen
tre de rotation (figure 6.4)
Le centre de rotation minimal admis s'élève à A = 80 mm,
B = 100 mm, le centre de rotation maximal admis à
A = 240 mm et B = 175 mm.
Pour les portes fixées à un mur, il faut effectuer un trou de la
taille du groupe moteur. Pour la taille de la porte, ce qui
précède est valable.
Le placement en hauteur dépend des propriétés de la porte.
Nous recommandons env. 1/3 de la hauteur de la porte.
La fixation sur des colonnes maçonnées ou bétonnées doit
être effectuée avec des chevilles appropriées d'une épais
seur de 8 mm et de 80 mm de long. Pour les colonnes en
bois, il faut employer les vis à bois de 8 mm appropriées.
Les passages de câbles doivent se trouver en bas.
20
6. Installing the drives
N.B.:
Read the following before you begin to install the drives!
Should it be necessary to adjust the drives during installati-
on, first install the controller and connect the drives. With the
installation mode (which is specially designed for this situati-
on), the drives can be manually adjusted by pressing the
„OPEN" and „CLOSE" buttons (see 7.2).
In order to avoid the drive colliding with the door/gate, the
mount on the door/gate panel should be located approx. 3
cm from the front end when the door/gate is closed (Fig.
6.1.2).
In order to attain a high opening and closing speed for small
doors/gates (up to 2 m), the drive must be mounted close to
the pivot point of the door/gate (Fig. 6.3).
In order to attain a slow opening and closing speed for large
doors/gates (to 4 m), the drive must be mounted further
away from the pivot point of the door/gate (Fig. 6.4).
The dimensions for the minimally permissible pivot point are
A = 80 mm, B = 100 mm; the dimensions for the maximum
permissible pivot point are A = 240 mm and B = 175 mm.
For doors/gates that are mounted to a masonry wall, a sec-
tion of the wall must be removed that corresponds to the size
of the drive. Refer to the aforementioned information for do-
or/gate size.
The mounting height depends on the dimensions of the do-
or/gate at hand. We recommend approx. 1/3 of the door/gate
height.
Mounting to brick or concrete pillars must be done using sui-
table 8 mm thick and 80 mm long metal pegs. Use suitable 8
mm wood screws when mounting to wooden pillars.
The cable bushings must enter from below.
6. Installatie van de aandrijvingen
Aanwijzing :
Alvorens met de montage te beginnen is het aan te bevelen met
het volgende rekening te houden :
Mocht het noodzakelijk zijn de aandrijvingen tijdens de instal
latie te verstellen, installeer dan eerst de besturing en sluit
de aandrijvingen aan. Met behulp van de speciaal voorziene
installatiemodus kunnen de aandrijvingen door drukken van
een knop manueel worden versteld d.m.v. de toetsen „AUF"
(OPEN) en „ZU" (DICHT) (zie pt. 7.2).
Om een botsing tussen aandrijving en poort te voorkomen
moet zich de bevestiging van de poortvleugel bij gesloten po
ort op een afstand van ca. 3 cm van het voorste uiteinde be
vinden (fig. 6.1.2).
Om een hoge snelheid bij kleine poorten tot 2 m te bereiken
moet de aandrijving dichtbij het draaipunt van de poort wor
den bevestigd (fig. 6.3).
Om een trage snelheid bij grote poorten tot 4 m te bereiken
moet de aandrijving verder weg van het draaipunt van de po
ort worden bevestigd (fig. 6.4).
Het minimaal toegelaten draaipunt ligt bij A = 80 mm,
B = 100 mm, het maximaal toegelaten draaipunt
ligt bij A = 240 mm en B = 175 mm.
Bij op een muur bevestigde poorten moet een uitsparing met
de afmetingen van de aandrijving worden voorzien. Voor de
grootte van de poort gelden de boven vermelde aanwijzin
gen.
De positionering in de hoogte is afhankelijk van de gegevens
van de poort. Wij bevelen ca. 1/3 van de hoogte van de poort
aan.
De bevestiging op gemetste of gebetonneerde kolommen
dient te geschieden met de gepaste metalen pluggen van
8 mm dikte en 80 mm lengte. Bij houten kolommen moeten
gepaste houtschroeven van 8 mm worden gebruikt.
De kabeldoorgangen moeten aan de onderkant zijn.
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
