De resterende-acculadingindicator is onjuist.
De acculading is in de volgende gevallen snel opgebruikt:
•
Wanneer u de camera gebruikt op een zeer hete of koude plaats.
–
Wanneer u de flitser of zoom veelvuldig gebruikt.
–
Wanneer u de camera herhaaldelijk in- en uitschakelt.
–
Wanneer [Helderheid] bij
–
Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk
•
resterende acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de
aanduiding van de resterende-acculadingindicator te corrigeren.
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (pagina 10).
•
De accu is niet meer bruikbaar. Vervang deze door een nieuwe.
•
De accu kan niet worden opladen terwijl deze in de camera zit.
U kunt de accu niet opladen met behulp van een netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
•
Gebruik de acculader (bijgeleverd) om de accu op te laden.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
Controleer de vrije capaciteit in het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (blz.25 en
•
28). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (pagina 36).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Stel voor het opnemen van stilstaande beelden een andere opnamefunctie in dan
•
(bewegende beelden).
Stel de opnamefunctie in op
•
beelden.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
Doe een van de volgende dingen:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
–
Neem beelden op in het interne geheugen of op een "Memory Stick PRO Duo".
–
Bij het opnemen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale
strepen.
Het smeereffect treedt op en witte, zwarte, rode, paarse en andere strepen verschijnen in het
•
beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
60
(schermweergave) is ingesteld op [Helder].
(bewegende beelden) voor het opnemen van bewegende