Installatie
7.2
Installatiestappen
A
LET OP!
De fabrikant is alleen aansprakelijk voor de onderdelen die bij de
levering inbegrepen zijn. Bij de montage van de installatie samen
met onderdelen van andere fabrikanten vervallen de aanspraken op
garantie.
Voordat u op het dak van het voertuig gaat staan, dient u na te gaan
of het dak daarvoor geschikt is. Toegestane dakbelastingen kunt u
bij de fabrikant van het voertuig navragen.
7.2.1
Dakraam demonteren
➤ Verwijder alle schroeven en bevestigingen van het aanwezige dak-
raam.
➤ Neem het dakraam eruit.
➤ Verwijder het afdichtingsmateriaal rond de opening, zodat de onder-
grond schoon en vetvrij is.
I
INSTRUCTIE
Voer al het afvalmateriaal, inclusief lijm, silicone en afdichtingen
gescheiden af. Neem hierbij de plaatselijke afvoervoorschriften in acht.
7.2.2
Bevestiging installatie voorbereiden
➤ Vergroot de beide af fabriek voor de bevestiging van het dakraam
gebruikte
pagina 3).
7.2.3
Afdichting met dak van bestuurderscabine aanbrengen
A
LET OP!
Zorg ervoor dat het hechtvlak voor de afdichting tussen installatie en
dak van de bestuurderscabine schoon (vrij van stof, olie enz.) is.
➤ Plak de 2,5 m lange afdichtingsband (35 x 20 mm) de contour van de
dakraamopening volgend, op het dak van de bestuurderscabine
(afb. 3, pag. 3).
➤ Breng op de stootrand en de bovenkant van de afdichtingsband van
een plastisch, niet hardend butylafdichtingsmateriaal (bijv.
SikaLastomer-710) aan.
102
6,5 mm boorgaten tot 8,5 mm diameter (afb. 4 5,
∅
CoolAir SP950T
NL