G) Temperatuurkalibrering - Renkforce 1380335 Bedienungsanleitung

Alarmtoon bij temperatuuralarm beëindigen
Er wordt pas een alarmtoon uitgegeven wanneer de grenswaarde langer dan
10 minuten is over- of onderschreden.
Dit voorkomt een te vaak activeren van de alarmtoon bij lichte schommelingen
rond de grenswaarde.
Wanneer de alarmtoon wordt uitgegeven, knippert het symbool "
het overeenkomstige kanaal (1 of 2) en de respectievelijke grenswaarde. U kunt snel
herkennen welke grenswaarde het alarm heeft geactiveerd.
Beëindig de alarmtoon door kort op een willekeurige toets te drukken. Het symbool
" " (10) en de grenswaarde knippert echter verder tot de grenswaarde niet meer is
over-/onderschreden.

g) Temperatuurkalibrering

De temperatuurweergave op het scherm van het basisstation kan worden gekalibreerd.
Dit betekent dat er afwijkingen met betrekking tot een referentiewaarde (ongeveer van
een hoogwaardig temperatuurmeter) worden gecorrigeerd door bij de waarde een
waarde op te tellen of ervan af te trekken.
Let op:
De temperatuurweergave op het scherm van het buitensensoren niet kan
worden gekalibreerd.
Wanneer u de temperatuurweergave op het scherm van het basisstation hebt
gekalibreerd, geeft het scherm van de buitensensor een andere temperatuur-
waarde weer.
Ga als volgt te werk:
• Druk kort op de toets "CHANNEL/+" (16) tot het pijlsymbool (8) bij het respectievelijke
buitensensor 1 of 2 of binnensensor "IN' verschijnt (als buitensensoren met kanaal
3 - 8 zijn aangemeld, overeenkomstig kanaalnummer kiezen).
• Houd beide toetsen "ALARM/ADJUST" (15) en CHANNEL/+" tegelijk gedurende 5
seconden ingedrukt.
Vervolgens begint de temperatuurwaarde te knipperen.
• Wijzig de temperatuurwaarde met de toets "CLEAR/-" (14) of "CHANNEL/+" (16). Houd
de overeenkomstige toets langere tijd ingedrukt voor een snelle afstelling.
• Als de temperatuurwaarde op de niet-gekalibreerde uitgangswaarde wordt teruggezet,
drukt u kort op de toets ALARM/ADJUST" (15).
" (10) tegelijk bij
85