Sony STR-DN1080 Bedienungsanleitung Seite 128

Bepaalde videoapparaten voeren mogelijk

geen HDR-content uit in de HDR-modus als
[HDMI Signal Format] is ingesteld op
[Standard format], zelfs als de televisie en
videoapparaten HDR en een bandbreedte
van 18 Gbps ondersteunen. Stel in dat geval
het [HDMI Signal Format] van de
geselecteerde ingang in het [HDMI
Settings]-menu in op [Enhanced format].
Als u [Enhanced format] selecteert,
gebruikt u een Premium high speed HDMI-
kabels met ethernet die een bandbreedte
tot 18 Gbps ondersteunt.
Geluid
Er is geen geluid of slechts een erg zacht
geluid hoorbaar, ongeacht welk apparaat is
geselecteerd.
Controleer of alle aansluitkabels in hun

ingangs-/uitgangsaansluitingen op de
receiver, luidsprekers en apparaten zijn
gestoken.
Controleer of de receiver en alle apparaten

zijn ingeschakeld.
Controleer of MASTER VOLUME op de

receiver niet is ingesteld op "VOL MIN".
Druk op SPEAKERS op de receiver om een

andere instelling dan "SPK OFF" te
selecteren (pagina 41).
Controleer of geen hoofdtelefoon is

aangesloten op de receiver.
Druk op  (geluiddemping) om de

dempingsfunctie te annuleren.
Druk op de afstandsbediening op de

ingangstoets of draai op de receiver aan
INPUT SELECTOR om de ingang te
selecteren waarnaar u wilt luisteren.
Als u wilt luisteren naar het geluid van de

televisieluidspreker, stelt u [Audio Out] in
op [TV + AMP] in het [HDMI Settings]-menu.
Als u geen meerkanaals geluidsbron kunt
afspelen, stelt u [AMP] in. Het geluid wordt
echter niet voortgebracht door de
televisieluidspreker.
Het geluid kan onderbroken worden als de

bemonsteringsfrequentie, het aantal
kanalen of het audioformaat van de audio-
uitgangssignalen vanaf het
afspeelapparaat omgeschakeld wordt.
NL
58
Als u luistert met een BLUETOOTH-

hoofdtelefoon, controleert u of [Bluetooth
Mode] is ingesteld op [Transmitter].
Het middenknaal brengt geen geluid voort

als u het luidsprekerpatroon instelt op een
instelling die geen middenluidspreker heeft
of wanneer [DSD Native] is ingesteld op
[On] en een meerkanaals DSD-bron wordt
afgespeeld.
De linker en rechter surroundkanalen

brengen geen geluid voort als u het
luidsprekerpatroon instelt op een instelling
die geen surroundluidsprekers heeft of
wanneer [DSD Native] is ingesteld op [On]
en een meerkanaals DSD-bron wordt
afgespeeld.
Het geluid van [USB], [Bluetooth] (alleen

wanneer [Bluetooth Mode] is ingesteld op
[Receiver]), [Home Network] en [Music
Service List] wordt niet uitgevoerd naar de
luidsprekers in Zone 2 als u [DSD Native] in
[Audio Settings] instelt op [On].
Als een televisie is aangesloten op de
receiver via een HDMI OUT A (TV)-
aansluiting die de functie Audio Return
Channel (ARC) ondersteunt, wordt het
geluid van de televisie niet uitgevoerd door
de luidsprekers die zijn aangesloten op de
receiver.
Stel [Control for HDMI] in het [HDMI

Settings]-menu in op [On].
Verzeker u ervan dat de televisie

compatibel is met de functie Audio Return
Channel.
Verzeker u ervan dat de HDMI-kabel is

aangesloten op een aansluiting van uw
televisie die compatibel is met de functie
Audio Return Channel.
Schakel de functie Audio Return Channel

(ARC) van uw televisie in.
Er kan geen surroundeffect worden
verkregen.
Zorg ervoor dat u het optimale geluidsveld

selecteert voor de content. Voor meer
informatie over de geluidsvelden, zie
"Geluidsvelden die geselecteerd kunnen
worden en hun effecten" (pagina 50).
[Dolby Surround] en [Neural:X] werken niet

wanneer het luidsprekerpatroon is
ingesteld op [2.0] of [2.1].