TIP
Laad de accu
u
als het opladingsniveau van de accu
gemiddeld of laag is.
(Afb. D, E)
1. Plaats de accu
2. Steek de netstekker
3. De oplaadcontrole-LEDs (groen
rood
[
en de accu
LEDs
Rode LED brandt
Groene LED brandt
Groene en rode LEDs
knipperen
Rode LED knippert
Groene LED brandt
(zonder accu)
4. Als de accu
Ver ijder de accu
–
Trek de netstekker
–
110 NL/BE
vóór het gebruik op,
[
6 ]
6 ]
[
) geven de status van de oplader
]
aan:
6 ]
[
volledig is opgeladen:
6 ]
[
in de accu-oplader
in een stopcontact.
[
9 ]
Status
Accu wordt
opgeladen
Accu volledig
opgeladen
Accu defect
Accu te warm of te
koud
Oplader klaar voor
gebruik
uit de oplader
[
6 ]
uit het stopcontact.
[
9 ]
.
[
]
en
[
]
[
.
[
]
]