Stadler Form Fred Gebrauchsanweisung Seite 30

Opmerking
Gebruik de luchtbevochtiger Fred niet met ontkalkt water uit een ontkalking-
systeem dat het principe van een ionenwisselaar gebruikt (zout wordt aan
het water toegevoegd). Dit kan tot storingen en daardoor lekkage van het
apparaat leiden.
Ingebruikname / bediening
1. Wanneer de luchtbevochtiger Fred op de gewenste plaats staat: netka-
bel (2) aansluiten op het stopcontact in de huishouding. Stoombuis (7)
verwijderen en deksel (8) er afnemen. Watertank (9) met water vullen
(vulopening enigszins omhoog houden) - deksel er goed opschroeven en
controleren of het deksel goed afdicht. Watertank weer in luchtbevochti-
ger plaatsen, deksel opendraaien en stoombuis aanbrengen.
2. Plaats het apparaat in de kamer. Let erop dat het apparaat niet op een
watergevoelige ondergrond staat en dat geen watergevoelige apparaten
of meubelen in de buurt geplaatst zijn.
3. Fred op de Aan/Uit-schakelaar (4) in gebruik nemen en het gewenste ver-
mogen (5) uitkiezen (blauw=hoog, groen= economy. Wanneer de water-
tank (9) leeg is, wordt Fred automatisch uitgeschakeld en gaat de rode
LED (17) branden.
4. Met de hygrostaat (6) wordt de luchtvochtigheid ingesteld. Het instelbe-
reik ligt tussen 20 – 90 % relatieve luchtvochtigheid. Voor een aangenaam
klimaat in de kamer raden wij u aan om 45 % luchtvochtigheid in te stel-
len (in het midden van het in te stellen bereik, horizontale positie van de
schakelaar).
Let op: Indien de luchtbevochtiger na 5 minuten niet dampt, stelt u de
hygrostaat helemaal naar rechts (max.). Het kan zijn dat de luchtvoch-
tigheid in de ruimte hoger is dan de door u ingestelde waarde. U kunt de
hygrostaat daarna trapsgewijs terugdraaien. Als de lampjes doven, hebt
u de actuele luchtvochtigheid van de ruimte bereikt. Als de luchtbevoch-
tiger gedurende de werking automatisch uitschakelt, werd de gewenste
luchtvochtigheid bereikt. De luchtbevochtiger start de bevochtiging
opnieuw als de luchtvochtigheid in de ruimte onder de ingestelde waarde
valt.
5. Wanneer het apparaat voldoende water heeft en desondanks uitgaat,
dient dit te worden ontkalkt (zie reiniging).
Reiniging
Vóór willekeurig onderhoud of reiniging en na elk gebruik, schakel het ap-
paraat uit en haal de netkabel uit het stopcontact.
Let op: het apparaat nooit in water onderdompelen (kortsluitingsgevaar).
Om hygiënische redenen en om een goede werking te garanderen, raden wij
de volgende reinigingsintervallen aan:
• Dagelijks: vul het waterreservoir (9) met schoon, koud leidingwater. Als
het apparaat enkele dagen niet gebruikt wordt, laat dan eerst het wa-
ter uit het de waterlade lopen en maak het eventueel schoon met een
beetje afwasmiddel en een schoon doekje. Vul het waterreservoir (9), met
schoon water voordat u het apparaat weer in gebruik neemt.