Natuurmodus
Simulatie van natuurlijke windvla-
gen. Om de 10 seconden wordt de
snelheid verminderd of verhoogd
met 4 niveaus van het ingestelde
-n-
ventilatieniveau.
Opmerking: De laagste instelbare
snelheid in de natuurmodus is dus
niveau 5 en de hoogste snelheid is
niveau 16.
ECO-modus
Alleen actief in verwarmingsmodus.
Vooraf ingesteld op 22 °C (de
gebruiker kan de temperatuur niet
instellen).
- Als de kamertemperatuur lager is
ECO
dan 18 °C, werkt het apparaat op
hoge snelheid.
- Als de kamertemperatuur tussen 18-
22 °C ligt, werkt het apparaat op
lage snelheid.
- Als de kamertemperatuur hoger is
dan 22 °C, werkt het apparaat op
de laagste ventilatorsnelheid.
Opmerking: De ECO-modus kan alleen worden
geselecteerd in de verwarmingsmodus. Als je de
snelheid wijzigt tijdens een actieve bedrijfsmodus,
wordt de bedrijfsmodus gedeactiveerd en moet
deze opnieuw worden geactiveerd.
6.4 Selecteer ventilatieniveaus
Druk op de knop
naar de ventilatormodus.
Druk herhaaldelijk op de knop
gewenste ventilatieniveau te verhogen.
Druk herhaaldelijk op de knop
gewenste ventilatieniveau te verlagen.
Je kunt kiezen uit 20 verschillende ventilatieni-
veaus.
Het gewenste ventilatieniveau wordt direct over-
genomen.
74
NL/BE
om over te schakelen
20
om het
15
om het
19
6.5 Timer-functie
De timer wordt gebruikt om het apparaat na een
vooraf ingestelde tijd automatisch uit te schakelen.
De timerfunctie kan tot 12 uur worden ingesteld.
Druk tijdens het gebruik op de knop
de timerfunctie te openen.
Druk herhaaldelijk op de knop
gewenste tijd in te stellen. Beginnend met 15 -
30 - 45 minuten, zodra het eerste uur is bereikt,
verspringt het display van uur tot uur.
Wacht ongeveer 10 seconden tot de instellin-
gen worden geaccepteerd.
Na succesvolle aanvaarding keert het scherm
terug naar de huidige ventilatorsnelheid.
OPMERKING: Rechtsonder op het display 3
knippert een klein puntje zolang het display niet in
stand-by staat, dit simuleert de timer.
6.6 Oscillatiefunctie
Druk op de oscillatietoets
tie van het apparaat in of uit te schakelen.
Na succesvolle activering wordt het geselec-
teerde oscillatieniveau weergegeven op het
display 3 .
Je kunt kiezen uit 4 niveaus van 30°-60°-90°-
120°.
De oscillatiefunctie zorgt ervoor dat de uitge-
blazen lucht wordt verdeeld.
Als het display in stand-by staat, druk dan twee
keer op de oscillatietoets
latie stopt.
6.7 Verwarmingsniveaus selecteren
Druk op de knop
naar de verwarmingsmodus.
Druk herhaaldelijk op de knop
om het gewenste ventilatieniveau in te stellen.
Je kunt kiezen uit 10 verschillende ventilatieni-
veaus.
om
13
om de
13
om de oscilla-
14
totdat de oscil-
14
om over te schakelen
16
of
15
19