5. Inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling moet de gasvoordruk in het vat worden gecontroleerd en zo nodig worden aangepast aan de
installatie. De controle van de gasvoordruk vindt plaats bij een aan de waterzijde drukloos vat (zie paragraaf "Onderhoud")
en kan worden uitgevoerd met een manometer. Bij een te hoge druk kan de druk bij het gasdrukventiel worden verminderd,
c.q. bij een te lage druk kan de druk door vulling met droge perslucht of stikstof worden verhoogd.
De gasvoordruk ligt 0,3 bar onder de insteldruk van de drukregelaar (komt op de
bijgevoegde sticker overeen met de vuldruk van de installatie) in de
verswateraanvoer.
Na aanpassing van de gasvoordruk moeten de afsluitingen van de onderhouds-
eenheden worden geopend, waarna het EVSan_D expansievat bedrijfsklaar is.
Na inbedrijfstelling moet de meegeleverde sticker (zie voorbeeld rechts) worden
ingevuld en duidelijk zichtbaar worden aangebracht op het vat. De vermelding van
de vuldruk van de installatie komt overeen met de insteldruk van de drukregelaar.
6. Onderhoud en periodieke controles
Expansievaten met een constante gasvoordruk moeten regelmatig worden gecontroleerd, om te waarborgen dat het vat en
de installatie op de lange termijn goed blijven functioneren (wij adviseren jaarlijks, echter minimaal om de 2 jaar). Daarbij
moet het vat worden afgesloten van de installatie (bij de beide onderhoudseenheden), moet het water uit het vat worden
afgetapt en moet vervolgens de gasvoordruk worden gecontroleerd en zo nodig worden gecorrigeerd.
Bij deze controle c.q. bij een eventueel verlies van gasvoordruk, moet ook worden gecontroleerd of de flensbouten goed
vastzitten, en zo nodig worden aangedraaid (aanhaalmoment 20 Nm). De periodieke controles van het expansievat moeten
worden uitgevoerd volgens de lokale wettelijke vereisten!
Het moet daarom mogelijk zijn het vat van het systeem los te koppelen en via een aansluiting leeg te laten lopen.
De onderhoudseenheid is toebehoren voor expansievaten; de onderhoudseenheid moet volgens de voorschriften op de
installatie worden aangesloten en is voorzien van alle functies die nodig zijn voor het onderhoud van de expansievaten.
1 Aansluitleidingen van en naar de koudwatertoevoer afsluiten – afsluitingen aan de zijkant (1) met binnenzeskant,
waardoor beveiligd tegen onbedoelde sluiting.
2 Vat aan de waterzijde leegmaken – afvoer (2) 360° draaibaar, uitgevoerd met standaardslangkoppeling G¾".
3 Voordruk van het expansievat controleren via het gasdrukventiel met een manometer.
4 Voordruk zo nodig aanpassen c.q. corrigeren (zie inbedrijfstelling).
5 Gasdrukventiel controleren op dichtheid.
6 Aansluitleidingen van en naar de koudwatertoevoer weer openen.