NEDERLANDS
Opgemerkt wordt dat het werkingsprogramma van de
kachel is ontwikkeld om de werking van de kachel te
stoppen in geval van storingen:
ANOMALIEËN
Temperatuur
rookgassen
Breuk ventilator
rookgassen
Breuk vijzelmotor
Tijdelijke
stroomonderbreking
Geen ontsteking
Het is verboden om met de veiligheidsvoorzieningen te
knoeien� De hernieuwde inschakeling van het product is
pas mogelijk na de oorzaak te hebben weggenomen die
de veiligheidsvoorzieningen hebben laten ingrijpen� Om
te begrijpen om welke anomalie het gaat, dient u deze
handleiding te raadplegen� Hierin wordt uitgelegd, al naar
gelang het door het toestel gegeven alarmbericht, hoe u
moet ingrijpen�
Neem contact op met de klantendienst als het
problaanhoudt�
5�11 MINIMUM VEILIGHEIDSAFSTANDEN
5�11�1 Minimum interne afstanden
De installatienis moet gemaakt zijn van onbrandbaar
materiaal.
De te respecteren minimum afstanden tussen open haard
en wanden zijn in de tekening aangegeven:
MINIMUM INTERNE AFSTANDEN
A Bovenkant
B Achterkant en zijkant
78
BESCHRIJVING
Wanneer de temperatuursonde
bij de rookgassenuitlaat te
hoge temperaturen detecteert,
gaat de kachel uit en wordt
het bijbehorende alarm
weergegeven
Als de ventilator stopt,
blokkeert de elektronische
kaart de pellettoevoer en wordt
het alarm weergegeven
Als de vijzelmotor stopt, gaat
het product in veiligheid uit
Als tijdens de werking een
stroomonderbreking optreedt,
wordt bij terugkeer van de
stroom de temperatuur in de
verbrandingskamer geverifieerd
en gaat de kachel, indien nodig,
in afkoeling
Indien zich tijdens de
inschakelfase geen vlam
ontwikkelt, gaat de kachel in
alarm
200 mm
50 mm
B
5�11�2 Minimum externe afstanden
Er mogen geen brandbare voorwerpen en wanden binnen
het in de tekening gemarkeerde gebied zijn:
MINIMUM EXTERNE AFSTANDEN
C Onderkant
D Voorkant
E Zijkant
A
C
Afb. 5.4
150 mm
800 mm
150 mm
E
D
E
Afb. 5.5