Stihl WP 300.0 Gebrauchsanleitung Seite 214

Nederlands
■ Wanneer de motor draait, ontstaan er uitlaat‐
gassen. Ingeademde uitlaatgassen kunnen
mensen vergiftigen.
► Adem geen uitlaatgassen in.
► Werk op een goed geventileerde plaats met
de waterpomp.
► Werk niet in een put met de waterpomp.
► Bij misselijkheid, hoofdpijn, zichtstoornis‐
sen, slecht horen of duizeligheid: stop met
werken en raadpleeg een arts.
■ Als de gebruiker gehoorbescherming draagt
en de motor draait, kan de gebruiker geluiden
beperkt waarnemen en inschatten.
► Werk rustig en doordacht.
■ Als de waterpomp anders gaat werken of zich
ongewoon gedraagt, verkeert de waterpomp
mogelijk in een niet-veilige toestand. Personen
kunnen ernstig letsel oplopen en er kan mate‐
riële schade ontstaan.
► Stop met werken en neem contact op met
een STIHL dealer.
■ Bij temperaturen onder 0 °C kan water bevrie‐
zen op de bodem en in onderdelen van de
waterpomp. De gebruiker kan uitglijden, vallen
en ernstig letsel oplopen. Er kan materiële
schade ontstaan.
► Gebruik de waterpomp niet bij temperatu‐
ren onder 0 °C.
■ Als aan de aanzuigslang of de drukslang
wordt getrokken, kan de waterpomp bewegen
en omvallen. Er kan materiële schade ont‐
staan.
► Trek niet aan de aanzuigslang of de druk‐
slang.
■ Als de waterpomp op een hellend, oneffen of
onverhard oppervlak wordt geplaatst, kan
deze bewegen en omvallen. Er kan materiële
schade ontstaan.
► Plaats de waterpomp op een horizontaal,
egaal en verhard oppervlak.
► Zet de waterpomp zodanig vast, dat deze
niet kan bewegen.
■ Aangezogen licht ontvlambare en explosieve
vloeistoffen kunnen brand en explosies ver‐
oorzaken. Personen kunnen ernstig of dodelijk
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► Er mogen geen licht ontvlambare of explo‐
sieve vloeistoffen worden opgezogen of uit‐
gestoten.
■ Irriterende, bijtende en giftige vloeistoffen die
worden aangezogen kunnen de gezondheid in
gevaar brengen en onderdelen van de water‐
214
pomp beschadigen. Personen kunnen ernstig
of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Irriterende, bijtende of giftige vloeistoffen
mogen niet worden opgezogen of uitgesto‐
ten.
■ De waterpomp is niet kiemvrij en niet voedsel‐
veilig. Als er vloeibaar voedsel wordt opgezo‐
gen, wordt dat verontreinigd.
► Er mag geen vloeibaar voedsel worden
opgezogen of uitgestoten.
■ Als de waterpomp niet met water wordt gevuld
voordat de motor wordt gestart, kan de water‐
pomp beschadigd raken.
► Vul de waterpomp met water voordat de
motor wordt gestart.
■ Als de aanzuigzeef niet is bevestigd, kunnen
voorwerpen in de waterpomp worden gezo‐
gen. De waterpomp kan verstopt of bescha‐
digd raken.
► Bevestig de aanzuigzeef.
■ De motor van de waterpomp is niet waterdicht.
Als de waterpomp in het water wordt
geplaatst, kan de motor beschadigd raken.
► Bedien de waterpomp op een droge onder‐
grond.
■ Onjuist gelegde slangen kunnen beschadigd
raken en personen kunnen erover struikelen.
Personen kunnen letsel oplopen en de slan‐
gen kunnen beschadigd raken.
► Leg de slangen en markeer deze zodanig,
dat personen er niet over kunnen struike‐
len.
► Leg slangen zodanig, dat deze niet gespan‐
nen staan of verstrikt zijn.
► Leg slangen zodanig, dat deze niet bescha‐
digd, geknikt of bekneld raken of schuren.
► Bescherm slangen tegen hoge temperatu‐
ren, olie en chemicaliën.
■ Als personen op de waterpomp zitten of staan,
kunnen zij in contact komen met hete onder‐
delen van het apparaat en ernstig letsel oplo‐
pen. Als er voorwerpen op de waterpomp wor‐
den geplaatst, kunnen deze naar beneden val‐
len en kunnen personen ernstig letsel oplo‐
pen.
► Ga niet op de waterpomp zitten of staan.
► Plaats geen voorwerpen op de waterpomp.
4.9 Transporteren
WAARSCHUWING
■ Bij het transport kan de waterpomp omvallen
of bewegen. Personen kunnen letsel oplopen
en er kan beschadiging optreden.
► Schakel de motor uit.
4 Veiligheidsinstructies
0478-701-9901-E