Stihl WP 300.0 Gebrauchsanleitung Seite 211

4 Veiligheidsinstructies
Bij het starten van een koude
verbrandingsmotor moet de
startklep worden geactiveerd.
Houd de vulhoeveelheid voor
motorolie aan.
Lees de gebruiksaanwijzing,
zorg dat u alles begrijpt en
bewaar hem.
De motor moet vóór het starten
met motorolie worden gevuld.
Dit pictogram geeft de hendel
voor de gasregeling aan.
4 Veiligheidsinstructies
4.1 Waarschuwingspictogrammen
De waarschuwingspictogrammen op de water‐
pomp betekenen het volgende:
Neem de veiligheidsinstructies en bij‐
behorende maatregelen in acht.
Lees de gebruiksaanwijzing, zorg dat u
alles begrijpt en bewaar hem.
Draag gehoorbescherming.
Adem geen uitlaatgassen in.
Raak hete oppervlakken niet aan.
Tank niet als de motor draait of heet is.
Houd afstand van objecten en
houd derden uit de buurt.
4.2 Reglementair gebruik
De waterpomp STIHL WP 300.0 wordt gebruikt
om zoet water op te pompen tot een maximale
hoogte van 33 m en vanaf een maximale diepte
van 7 m. De waterpomp mag alleen als zelfstan‐
dige eenheid worden gebruikt.
0478-701-9901-E
De waterpomp STIHL WP 300.0 mag niet wor‐
den gebruikt voor de volgende toepassingen:
– Het pompen van benzine, olie, verdunmidde‐
len, oplosmiddelen en soortgelijke stoffen
– Het pompen van zuren, logen, basen en soort‐
gelijke stoffen
– Hert pompen van vloeibaar voedsel
– Het pompen van zout water
– Het pompen van water met een temperatuur
van meer dan 40 °C.
LET OP
■ Plaatselijke voorschriften en instructies bepa‐
len de onttrekking van water aan boven‐
grondse wateren.
► Neem de plaatselijke voorschriften in acht
en leef ze na.
WAARSCHUWING
■ Als de waterpomp niet volgens de regels
wordt gebruikt, kunnen personen ernstig of
dodelijk letsel oplopen en kan er materiële
schade ontstaan.
► Gebruik de waterpomp zoals in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven.
4.3 Vereisten aan de gebruiker
WAARSCHUWING
■ Niet-geïnstrueerde gebruikers kunnen de
gevaren van de waterpomp niet herkennen of
inschatten. De gebruiker of andere personen
kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
► Lees de gebruiksaanwijzing, zorg
dat u alles begrijpt en bewaar hem.
► Als de waterpomp aan een andere persoon
wordt doorgegeven: geef de gebruiksaan‐
wijzing mee.
► Zorg ervoor dat de gebruiker aan de vol‐
gende vereisten voldoet:
– De gebruiker is uitgerust.
– De gebruiker is lichamelijk, zintuigelijk
en geestelijk in staat om de waterpomp
te bedienen en ermee te werken. Als de
gebruiker met lichamelijke, zintuigelijke
of geestelijke beperkingen daartoe in
staat is, mag de gebruiker er alleen
onder toezicht of na instructie door een
verantwoordelijke persoon mee werken.
– De gebruiker kan de gevaren van de
waterpomp herkennen en inschatten.
– De gebruiker is meerderjarig of de
gebruiker wordt conform nationale
Nederlands
211