Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
NL
3. 2. GEBRUIK VAN DE VERLICHTING MET EEN STANDAARD RTS BEDIENINGSPUNT
Druk kort op de toets Op: Het licht gaat aan.
1)
Druk kort op de toets Neer: Het licht gaat uit.
2)
Druk lang op de toets Op: de lichtsterkte stijgt.
3)
Druk lang op de toets Neer: de lichtsterkte daalt.
4)
Druk kort op de toets My: het licht gaat aan op de vooraf
5)
ingestelde favoriete positie.
3. 3. GEBRUIK VAN DE VERLICHTING MET EEN VARIATIE RTS BEDIENINGSPUNT
Druk kort op de toets Op: Het licht gaat aan.
1)
Druk kort op de toets Neer: Het licht gaat uit.
2)
Gebruik de dimmer om de lichtsterkte te verhogen of te
3)
verminderen.
Druk kort op de toets My: het licht gaat aan op de vooraf
4)
ingestelde favoriete positie.
3. 4. TOEVOEGEN EN WISSEN VAN DE FAVORIETE POSITIE
In de motor kan een tussenpositie genaamd 'favoriete positie (my)', tussen het bovenste en het
onderste eindpunt, geprogrammeerd of verwijderd worden. Op dezelfde manier kan een lichtsterkte
als favoriete lichtpositie worden geprogrammeerd of verwijderd.
Plaats het gemotoriseerde systeem of stel de lichtsterke af
1)
in de gewenste favoriete positie (my).
Druk op de toets 'My' tot het gemotoriseerde systeem op
2)
en neer beweegt of tot het licht aan en uit gaat: de nieuwe
favoriete positie (my) is geprogrammeerd en de oude
favoriete positie (my) is gewist.
3. 5. GEBRUIK VAN DE SENSOREN
3. 5. 1. Werking van de sensoren
Bescherming tegen de wind (hiervoor is de windsensor nodig):
Afhankelijk van de positie van schakelaar 5, openen of sluiten
de lamellen als het waait.
Bescherming tegen de regen (1) (hiervoor is de bedrade
regensensor nodig)
Als het regent sluiten de lamellen volledig.
Als een radioregensensor wordt gebruikt, raadpleeg dan de
sensorinstructies.
48
CONTROL UNIT P.TILT RTS M+L
1) 1)
2)
2)
3) 3)
4) 4)
5)
5)
1) 1)
2)
2)
3)
)
)
)
)
)
)
4) 4)
1)
1)
2) 2)
Werbung
