Hilti PMP 34 Bedienungsanleitung Seite 62

7.3.1.1 Berekening van de precisie
10
R = x
RH [m]
30
R = x
RH [ft]
Het resultaat (R) van de formule (RH=hoogte vertrek)
heeft betrekking op de precisie in "mm op 10 m" (for-
mule(1)). Dit resultaat (R) dient binnen de specificatie
voor het apparaat 3 mm op 10 m te liggen.
7.3.2 Controleren van de frontstraal en/ of de
gebogen laserstraal op hoogteafwijking 8
1. Zet het apparaat op een egaal en horizontaal
oppervlak, ca. 20 cm van de wand (A) verwijderd,
en richt de laserstraal op de wand (A).
2. Markeer het midden van de laserstraal met een
kruis op de wand (A).
3. Draai het apparaat 180° en markeer het midden
van de laserstraal met een kruis op de tegen-
overliggende wand (B).
4. Zet het apparaat op een egaal en horizontaal
oppervlak, ca. 20 cm van de wand (B) verwijderd,
en richt de laserstraal op de wand (B).
5. Markeer het midden van de laserstraal met een
kruis op de wand (B).
6. Draai het apparaat 180° en markeer het midden
van de laserstraal met een kruis op de tegen-
overliggende wand (A).
7.3.2.1 Berekening van de precisie
6mm – 4mm
=
10 x 2
1. Meet de afstand d1 tussen 1 en 4 en d2 tussen 2
en 3.
2. Markeer het middelpunt van d1 en d2.
Wanneer de referentiepunten 1 en 3 zich aan ver-
schillende kanten van het middelpunt bevinden,
trek dan d2 van d1 af.
Wanneer de referentiepunten 1 en 3 aan dezelfde
kant van het middelpunt liggen, telt u d1 bij d2
op.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071513 / 000 / 00
(d1 + d2) [mm]
(1)
4
(d1 + d2) [inch]
(2)
4
2mm
= 1mm/10m
20m
3. Deel het resultaat door de dubbele waarde van
de lengte van het vertrek.
De maximale fout bedraagt 3 mm op 10 m.
Voorbeeld: d1 = 6 mm/ d2 = 4 mm/ lengte
vertrek (D) = 10 m
De punten 1 en 3 bevinden zich aan verschillende
kanten van de precieze horizontalen.
7.3.3 Controle van de hoek tussen frontstraal en
gebogen laserstraal 9 10 11 12 13
1. Plaats het apparaat aan de rand van een vertrek
van minstens 10 m lang en 5 m breed (of een
gelijke ruimteverhouding van 2:1).
AANWIJZING Het vloeroppervlak dient vlak en
horizontaal te zijn.
2. Schakel het apparaat in.
3. Bevestig een richttafel op een afstand van min-
stens 10 m van het apparaat zodanig dat de
frontstraal in het snijpunt van de richttafel wordt
afgebeeld.
4. Markeer met een tweede richttafel een referen-
tiekruis op de vloer op een afstand van 5 m
(meetafstand) van richttafel 1.
De verticale lijn van de tweede richttafel dient
precies door het midden van de frontstraal te
lopen.
5. Bevestig de tweede richttafel minstens 5 m van
het in stap 4 bepaalde referentiepunt, zodat de
verticale lijn van de tweede richttafel precies door
het midden van de frontstraal loopt.
6. Plaats nu het apparaat met de onderste loodstraal
op het midden van het referentiekruis van stap
4, zodat de verticale lijn van de eerste richttafel
(van stap 3) precies door het midden van de
frontstraal loopt.
7. Bevestig nog een andere richttafel of een vast
stuk papier op een afstand van 5 m van de ge-
bogen straal, halverwege in het midden. Markeer
het middelpunt (d1) van de gebogen straal.
8. Draai het apparaat 90°, van bovenaf gezien met
de klok mee. De onderste loodstraal moet op
het midden van het referentiekruis blijven en het
midden van de gebogen straal dient precies door
de verticale lijn van de tweede richttafel (van stap
5) te lopen.
nl
57