Herunterladen Diese Seite drucken

Aventura 126026 Bedienungsanleitung Seite 73

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
de waterafvoer bij regen moet 14° bedragen. De hoek
kan na de montage indien nodig licht verzet worden.
De voorste valstang (uitvalprofiel) moet in uitgescho-
ven toestand een doorgangshoogte van minstens 2,5
m hebben.
• Montagehoogte: ► P. 3, punt 1
– α = 10°
– α = 30°
– α = 45°
– Afmetingen op het voorziene punt op de wand
overbrengen (► P. 3, punt 2).
– X = 2400–2450 mm
– Y1 = 90 mm
– Y2 = 50 mm
– Trek hiervoor een exact horizontale lijn op de
gewenste hoogte aan de wand. Gebruik hiervoor
een lang meetlint en controleer de positie van de
lijn met behulp van een waterpas.
– Voor het bepalen van de posities van de boorga-
ten steekt u telkens een console in de buurt van
een armhouder (20 cm links of rechts naast een
armhouder) op de draagbuis. Indien er voldoende
vrije montageruimte aanwezig is, moet u telkens
het buitenste gedeelte (20 cm) naast een armhou-
der voor de montage gebruiken. Een aanwezige
derde console wordt in het midden van het zonne-
scherm gepositioneerd.
– De gekozen posities van de consoles worden nu
op de draagbuis gemarkeerd. Meet de posities
met betrekking tot een vast punt (b.v. einde zon-
nescherm) uit en breng de meetwaarden langs de
horizontale lijn als markeringen over op de beves-
tigingsondergrond. Bij deze markeringen brengt u
telkens een console als model aan en breng de
posities van de bevestigingsgaten over op de
wand.
– Boor op de aangegeven posities; boor daarbij iets
dieper dan de bevestigingsmiddelen lang zijn
(► P. 3, punt 3).
– Plaats de bevestigingsmiddelen in de boorgaten
(► P. 3, punt 4).
– Consoles horizontaal en verticaal met elkaar uitlij-
nen en met bevestigingsmiddelen vastschroeven.
– Wandmontage: ► P. 4, punt 5
– Plafondmontage: ► P. 4, punt 6
• Montagevolgorde: console, sluitringen, borgring,
moeren.
LET OP! Risico op productschade Uitste-
kende bevestigingsschroeven of schroef-
draadstangen zo ver inkorten, dat beschadi-
ging van zonneschermdelen en zonne-
schermdoek uitgesloten is.
– Het zonnescherm met twee personen in de con-
soles hangen (► P. 4, punt 7). Hiertoe de draag-
buis van het zonnescherm in de consoles han-
gen, moeren bovenop plaatsen, schroef met sluit-
ring er van onder indraaien en vastdraaien
(► P. 4, punt 8).
LET OP! Risico op productschade Aan-
haalmoment schroeven max. 27 Nm.
De kleinste afstand tussen console en arm-
houder moet 1 cm bedragen.
C = A + H × 0,17
C = A + H × 0,5
C = A + H × 0,71
GEVAAR! Risico op letsels! Controleer
voor de ingebruikstelling absoluut of alle
schroeven en andere bevestigingsmiddelen
stevig vastzitten.
Hellingshoek meten
► P. 4, punt 9
– Om eenvoudig te bepalen de verstekhoekme-
ter (2) met kleefstroken op de waterpas (1)
bevestigen.
– De verstekhoekmeter (2) met waterpas (1) zijde-
lings tegen het zonneschermdoek houden en de
hellingshoek van de schaal aflezen.
Doekhelling van het zonnescherm instellen
► P. 5, punt 10
Aanwijzing: Zonnescherm 0,5 meter uit-
schuiven.
Indien nodig kunt de de doekhelling tussen 0° en 45°
instellen. Let erop, dat voor de afvoer van regenwater
minstens een doekhelling van 14° nodig is. Om de
doekhelling in te stellen voert u de volgende stappen
uit:
– Aan de linker armhouder de bevestigingsschroe-
ven (3) 1-2 omwenteling losdraaien. Let op, niet
verwijderen!
– De borgschroef (4) zo ver losdraaien, dat de lin-
ker scharnierarm met zijn gewenste helling inge-
steld kan worden.
– De linker scharnierarm met de hand optillen (ont-
lasten) en door de stelschroef (5) rechtsom of
linksom te draaien de valstang (uitvalprofiel) naar
de gewenste hellingshoogte tillen of laten zakken.
– Is de gewenste helling bereikt, de borgschroef en
de bevestigingsschroeven weer vastdraaien.
– Dezelfde stappen met de rechter armhouder uit-
voeren.
LET OP! Mogelijk schade aan het zonne-
schermdoek! De doekhelling moet aan
beide zijden gelijk zijn ingesteld. As de
valstang niet horizontaal is, rolt het zonne-
schermdoek niet gelijkmatig op, hetgeen tot
schade kan leiden.
– De valstang van het zonnescherm moet met een
waterpas worden gecontroleerd op horizontale
ligging.
– Eventueel eenzijdig naspannen, totdat de
valstang horizontaal is.
• Hellingshoek: ► Technische gegevens – p. 75
Scharnierarmen uitlijnen
► P. 5, punt 12
– Zonnescherm voor de helft uitschuiven.
– De uitlijning van de scharnierarmen controleren:
de knikscharnieren moeten op een niveau zijn.
– De valpijp voor de scharnierarmen zover ver-
schuiven, tot de knikscharnieren van de schar-
nierarmen op een niveau zijn.
– Het zonnescherm om te testen volledig uit- en
inschuiven.
– Het verschuiven van de valpijp zolang herhalen
tot de scharnierarmen parallel aan de valpijp en
doekas sluiten.
NL
73

Werbung

loading